Internationalisering: hoe maak je er werk van in je opleiding?

Waarom is internationalisering relevant voor je opleiding?  

Volgens het Geïntegreerd Beleidsplan Internationalisering 2019-2023 van de UGent biedt een internationale ervaring studenten te kans om:

  • het kritisch denkvermogen, probleemoplossend vermogen en creativiteitszin te verhogen,
  • bij te dragen tot de persoonlijke ontwikkeling, de talenkennis uit te breiden
  • een breder maatschappijbeeld te verkrijgen.

Precies die eigenschappen zijn van groot belang in een sterk geglobaliseerde en diverse samenleving en op de arbeidsmarkt.

Wil je als opleiding dus kwaliteitsvol onderwijs bieden, dan zorg je niet alleen voor een didactische goede opbouw, maar dan heb je ook aandacht voor internationalisering. Studenten maximale kansen bieden om internationale/interculturele competenties te verwerven is het streefdoel van de strategische onderwijsdoelstelling ‘internationalisering’. Volgende operationele doelstellingen in de UGent-opleidingsmonitors zijn een vertaling zijn van die strategische onderwijsdoelstelling:

  • de opleiding heeft een beleid rond internationalisering dat zichtbaar verankerd zit in de visie, de missie, de opleidingscompetenties (OLR’s) en het programma. (DS-0037)
  • de opleiding zet concreet in op internationalisering via inkomende en uitgaande studentenmobiliteit en zorgt, via internationalisation@home, voor de ontwikkeling van internationale en interculturele competenties bij alle studenten (DS-0038);
  • de opleiding heeft lesgevers die participeren in docentenmobiliteit en medewerkers die gebruik maken van professionaliseringsmogelijkheden via internationalisering (DS-0039).

De UGent volgt, in haar visie op internationalisering, de visie van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) en de initiatieven die de Europese Commissie ontwikkelde voor een ‘Europese onderwijsruimte’:

  • De Vlaamse Onderwijsraad benadrukte in 2017 het belang van een internationaliseringsstrategie voor het Vlaamse hoger onderwijs. Alleen zo kunnen Vlaamse hogeronderwijsinstellingen een voortrekkersrol blijven spelen in het ontwikkelen van kennis en in de voorbereiding van studenten op professioneel en persoonlijk functioneren in een toenemend globale en superdiverse samenleving.
  • De Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) wijst in Vlucht vooruit, bestemming: top 5 kennisregio’s op het belang van internationaal (top)talent bij het uitbouwen van Vlaanderen tot één van de meest innovatieve kennisregio’s in Europa. Daarom moet Vlaanderen internationaal (top)talent opleiden, aantrekken en verankeren.
  • Op EU-niveau wordt het belang van internationalisering sterk benadrukt in de plannen over een Europese onderwijsruimte. Alle EU-landen hebben er belang bij de mogelijkheden van onderwijs en cultuur optimaal te benutten om de werkgelegenheid, economische groei en maatschappelijke samenhang te bevorderen, en om de Europese identiteit in al haar verscheidenheid tot uitdrukking te brengen.

Wat verstaat de UGent onder internationalisering? 

In haar definitie van internationalisering laat de UGent zich leiden door de definitie uit het Europese onderzoeksrapport Internationalisation of Higher Education: “Internationalization of higher education is the intentional process of integrating an international, intercultural or global dimension into the purpose, functions and delivery of post-secondary education, in order to enhance the quality of education and research for all students and staff, and to make a meaningful contribution to society.” 

De UGent vult internationalisering dus breder in dan ‘de uitwisseling van studenten’ (“op Erasmus gaan”). Internationalisering omvat voor de UGent heel wat meer diensten en activiteiten die zowel de kwaliteit van het onderwijs, het onderzoek en maatschappelijke rol van de universiteit verhogen. Maximale kansen bieden aan studenten om internationale/interculturele competenties te verwerven is het streefdoel binnen de onderwijsdoelstelling internationalisering, onder meer via internationaliseringsprojecten, optimale studenten- en personeelsmobiliteit, Internationalisation@Home en virtuele mobiliteit.

UGent hanteert de definitie van het European Consortium for Accreditation in Higher Education (ECA) omtrent internationale en interculturele competenties. Een internationale competentie duidt op "an ability to function in a certain discipline in other national contexts and regional settings of the world." Een interculturele competentie verwijst naar "an ability to value cultures without judging, and enabling effective and appropriate communication and cooperation with people of all cultures."

Internationaal en intercultureel competent zijn betekent evenwel iets anders voor een bioloog, ingenieur, filosoof, journalist, psycholoog, audioloog enz. Elke opleiding ontwerpt daarom eigen internationale/interculturele competenties die het best aansluiten bij haar specifieke context en visie op internationalisering.

Hoe vertaal je internationalisering in de opleidingscompetenties? 

Wat zegt het UGent-competentiemodel over internationalisering?

De UGent neemt de internationalisering van haar afgestudeerden serieus. Het UGent-competentiemodel vermeldt het belang van internationalisering uitgebreid, zowel expliciet als impliciet.

Vooral competentiegebied 5 ‘maatschappelijke competentie’ biedt expliciete aanknopingspunten voor internationalisering op bachelor- en masterniveau.

  • Op bachelorniveau gaat het om deze UGent-competentie: inzicht hebben in interculturele en internationale debatten.
  • Op masterniveau: cultuurgevoeligheid en respect voor diversiteit integreren in het wetenschappelijk werk.  

Ook aan andere competentiegebieden van het UGent-competentiemodel kan je internationale/interculturele competenties ophangen, bijvoorbeeld aan ‘internationaal onderzoek’ onder competentiegebied 2 of het competentiegebied 4 rond ‘samenwerken en communiceren’). Meer inspiratie vind je in het geïllustreerde UGent-competentiemodel.

Wat zijn voorbeelden van internationale/interculturele competenties?

Elke opleiding moet die UGent-competenties naar concretere competenties vertalen, opleidingscompetenties (op opleidingsniveau) dan wel eindcompetenties (op opleidingsonderdeelniveau).

Enkele voorbeelden van opleidingscompetenties zijn:

  • Vanuit de verworven competenties correct en tactvol handelen in diverse communicatieve situaties, steunend op inzicht in gelijkenissen, verschillen en interacties tussen culturen. (Bachelor of Arts in de toegepaste taalkunde)
  • Cultuurgevoeligheid en respect voor diversiteit, pluralisme en verdraagzaamheid integreren in het wetenschappelijk werk en in het functioneren als beginnend jurist. (Master of Laws in de rechten)
  • Verband leggen tussen de chemie en de maatschappij, oog hebben voor vragen en bezorgdheden, noden en innovatiebehoeften die vanuit de maatschappij ontstaan en hierbij rekening houden met een internationale context. (Master of Science in Chemistry)
  • Vanuit een evidence-based benadering (inter)nationale wetenschappelijke informatie in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen kritisch en integer analyseren en beoordelen. (Bachelor of Science in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen)
  • Actuele en (inter)nationale wetenschappelijke inzichten toepassen in een brede multiculturele en disciplinaire maatschappelijke context. (Master of Science in de bewegings- en sportwetenschappen)
  • Functioneren als geavanceerde academische logopedische en/of audiologische kennisverwerver, practitioner en communicatieve sociale ondernemer binnen een ruime (inter)nationale context. (Master of Science in de logopedische en audiologische wetenschappen)
  • Inzicht hebben in interculturele en internationale bedrijfseconomische ontwikkelingen. (Bachelor of Science in de toegepaste economische wetenschappen)
  • Cultuurafhankelijkheid van onderzoeksresultaten, en respect voor diversiteit van proefpersonen integreren in het wetenschappelijk werk. (Master of Science in de psychologie, afstudeerrichting ‘Theoretische en experimentele psychologie’)
  • Inzicht hebben in cultuurverschillen en respect voor diversiteit integreren in pedagogische, onderwijskundige en orthopedagogische contexten. (Bachelor of Science in de pedagogische wetenschappen)
  • In het professioneel handelen de maatschappelijke, ecologische en socio-economische rol van de landbouw en de ethische aspecten situeren in de internationale context. (Master of Science in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde)

Hoe werk je aan internationalisering in onderwijs- en leeractiviteiten?

Via laagdrempelige tot meer intensieve werkvormen

Internationale/interculturele competenties kan je via allerlei werkvormen overbrengen:

  • Werk met activerende werkvormen in een cultureel heterogene setting. Betrek internationale studenten in dit soort werkvormen (bv. interactievormen, individuele opdrachten, authentieke context betrekken, samenwerkend leren) of werk (online) met internationale peers aan bepaalde casussen.
  • Integreer internationale casussen en literatuur in klassieke lessen en/of studiemateriaal.
  • Kader casussen in een internationale context.
  • Nodig, in de les of virtueel, een gastspreker uit.
  • Integreer een window of opportunity in het opleidingsprogramma, met name ruimte in het curriculum waarin studenten internationale/interculturele competenties kunnen verwerven. Bied bijvoorbeeld een diverse set aan complementaire leermogelijkheden binnen een semester, waarbij ook een buitenlands semester tot de mogelijkheden behoort.

BUITENLANDS SEMESTER AAN DE FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

Verschillende opleidingen van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte bieden een buitenlands semester aan in opleidingen talen en/of culturen. Dit buitenlands semester is opgenomen in de studiekiezer. Studenten specialiseren zich in een bepaalde taal en/of cultuur van hun bestemming. Internationalisering wordt hiermee ingebed in het hart van de opleiding.

Deze semesters werden opgebouwd vanuit een duidelijke visie en doel en met aandacht voor de programma-opbouw, competentieverwerving en een sterk partnernetwerk. Voorbereiding qua interculturele vaardigheden, taal… wordt verzorgd in de jaren voorafgaand aan het buitenlands semester.
  • Bied vormen van studentenmobiliteit aan, bijvoorbeeld:
    • de ‘klassieke’ creditmobiliteit waarbij studenten een deel van de opleiding bij een (niet-Vlaamse) partneruniversiteit volgen,
    • een kortdurend studieverblijf (bv. een summer/winter school, internationale studiereis). 
    • stages of onderzoek in kader van masterproef… met een internationale component.

Via een leerlijn internationalisering

Wil je studenten stapsgewijs en geleidelijk aan de internationale/interculturele competenties laten opbouwen? Dat kan prima via een leerlijn internationalisering. Zo wordt het internationaliseringsthema zichtbaarder. Hier lees je hoe je een coherente leerlijn opbouwt die gedragen wordt door en haalbaar is voor alle lesgevers. Een leerlijn vraagt immers meer tijd, (financiële) ruimte en personeelsinzet.

Praktijkvoorbeelden waarbij internationalisering is geïntegreerd in onderwijs- en leeractiviteiten

Mogelijke activiteiten, waarvan een aantal voorbereid en/of uitgevoerd kan worden met financiële steun van bv. het Erasmus+ programma,:

Integreer internationale casussen in de lessen

Internationale casussen in lessen of studiemateriaal zijn een laagdrempelige manier om verschillende visies, inzichten en concepten aan te bieden. In dat opzicht is er ook een link met de onderwijsvisie ‘multiperspectivisme’ van de UGent.

Organiseer een international classroom

Een gediversifieerde studentenpopulatie biedt mogelijkheden om reguliere studenten en internationale (uitwisseling)studenten doelbewust te mengen. Als dat op grote schaal gebeurt, in combinatie met internationale inhouden, gastprofessoren, een aangepaste pedagogische aanpak en een aangepast classroommanagement, heet dat een international classroom.

Integreer internationale studenten

Internationale (uitwisseling)studenten kan je doelbewust inzetten in de les. Een aandachtspunt hierbij is dat je interactie tussen verschillend groepen best actief stimuleert.

'CULTURE STUDIES' IN OPLEIDINGEN

Binnen het opleidingsonderdeel ‘Culture Studies’ nemen studenten deel aan allerlei culturele activiteiten. Aan de hand van een individueel portfolio reflecteren ze over deze activiteiten, gelinkt aan de hoorcolleges die binnen het vak gegeven worden

Dit opleidingsonderdeel is sinds kort ook een keuzevak voor internationale studenten, wat zorgt voor een zeer divers publiek. Er werd daarom gekozen voor het uitstippelen van een ‘intercultureel traject’ doorheen het vak.

Concreet betekent dit dat de studenten worden opgedeeld in groepjes met een maximale diversiteit wat betreft disciplinaire achtergrond en nationaliteit. Minimum de helft van elk groepje bestaat uit internationale studenten. Via Ufora (de tool ‘Discussies’) wordt doorheen het vak via een groepsforum drie ‘stellingen’ gedropt waarover de studenten in het Engels in discussie kunnen gaan. Deze stellingen zijn telkens gelinkt aan de theorie in hoorcolleges en beogen om een interculturele dialoog in gang te zetten. De studenten worden aangemoedigd om de inzichten die ze doorheen dit forum verwerven, te integreren in hun individueel portfolio.

Doorheen het vak worden twee keer face-to-face groepsdiscussies georganiseerd waarin de studenten in hun groepje samenkomen met de lesgever om de interculturele dialoog verder te zetten.

Werk een leerpad ‘internationaal samenwerkend leren’ (Collaborative Online International Learning of COIL) uit 

Bij Collaborative Online International Learning (COIL) werk je een online leerpad uit waarbij studenten met verschillende achtergronden samenwerken rond een bepaalde internationale/interculturele case. 

INTERDISCIPLINARY PERSPECTIVES ON SUSTAINABLE DEVELOPMENT

Het pilootproject Interdisciplinary perspectives on sustainable development is een samenwerking tussen studenten uit verschillende disciplines (Economie, Wijsbegeerte, Global studies en Bio-ingenieurswetenschappen) met verschillende nationaliteiten.

Het project verloopt volledig online. De praktische informatie en communicatie verloopt via een Ufora-cursussite speciaal aangemaakt voor het project. Het groepsproces zelf wordt ondersteund door enerzijds ‘Padlet’ en anderzijds ‘Google Sites’. Virtuele communicatie tussen de studenten wordt mogelijk gemaakt via een virtual classroom.

De deelnemende studenten worden opgedeeld in interdisciplinaire en interculturele groepjes en krijgen at random een ‘case’ toegewezen rond duurzaamheid. Deze ‘cases’ kaderen binnen de topics food, environment, politics of health. Aan elke case worden twee groepen studenten gekoppeld die op het einde van het traject met elkaar in debat gaan over de case in kwestie. Het groepsproject verloopt volledig online en bestaat uit een ‘exploration phase’ en een ‘debate preparation phase’. Het sluitstuk van dit project is een ‘online debate’ waarin een ‘pro’ en een ‘contra’ groep in debat gaan over de case die zij hebben behandeld. 

Zowel bij aanvang als na afloop van het project vullen studenten een online bevraging in om hun interculturele competenties te meten. Na afloop schrijven ze een eindreflectie, waarin ze duiden hoe zij hun leerdoelen hebben toegepast doorheen het groepstraject. Via de tweede IRC-meting krijgt men meteen ook inzicht in het mogelijke effect van dit project op de interculturele competenties van de studenten. 

Via een ‘peer feedback form’, gebruik makend van Google forms, krijgt men ook inzicht in de bijdrage van elke student in het groepsproces.

Bepaalde werkvormen bieden kansen om verschillende onderwijsthema’s aan bod te laten komen. In dit voorbeeld met betrekking tot Interdisciplinary perspectives on sustainable development is er een duidelijke link met duurzaamheid.

Organiseer een virtuele uitwisseling

Naast COIL bestaan er andere virtuele uitwisselingen, waarbij studenten online participeren in onderwijsactiviteiten bij een internationale partner.

Stimuleer samenwerking in vergelijkend onderzoek

Je kan studenten expliciet stimuleren om samen met medestudenten onderzoeksactiviteiten te verrichten, bv. in het kader van hun masterproef of onderzoeksopdrachten binnen andere vakken. Dat kan door samenwerking met buitenlandse studenten die als uitwisselingsstudent op dat moment ook aan de UGent verblijven, maar ook vanop afstand kunnen UGent-studenten met studenten uit partneruniversiteiten samenwerken, resultaten vergelijken en aan de lokale context koppelen en daar conclusies uit afleiden. 

HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE MASTERPROEF IN DE FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN

Aan de faculteit Farmaceutische Wetenschappen nemen veel studenten deel aan een uitwisseling in het kader van hun masterproef. Studenten worden aan de gastinstelling betrokken bij een onderzoeksproject. Het uitgevoerde onderzoek moet gerapporteerd worden in een masterproef. Voor de uiteindelijke quotering worden zowel de onderzoeksresultaten als de voorstelling/verdediging aan de UGent in rekening gebracht. De masterproef wordt grotendeels uitgevoerd in het buitenland maar de verdediging en beoordeling vinden plaats aan de UGent. 

Zorg voor interactie met vertegenwoordigers van andere culturen (lokaal)

Ook lokaal kan je interactie met vertegenwoordigers van andere culturen stimuleren. Lees in deze context ook de onderwijstip diversiteit in je opleiding.

UNIVERSITEITSBREED KEUZEVAK 'COACHING EN DIVERSITEIT'

Het universiteitsbreed keuzevak ‘Coaching en diversiteit’ biedt via community service learning kansen om internationale/interculturele competenties te verwerven, meer bepaald voor studenten die het mentorschap opnemen van een eerstejaarsstudent met een andere moedertaal dan het Nederlands. 

Zet gastprofessoren in in de les (al dan niet virtueel)

Internationale gastprofessoren kunnen een internationale/interculturele dimensie toevoegen aan het curriculum. Het is hierbij belangrijk dat je hun bijdrage kadert en dat die deel uitmaakt van een overkoepelende strategie.

Zorg voor online (open source) materiaal 

Steeds meer universiteiten ontwikkelen online studiematerialen die ze als open educational resource ter beschikking stellen. Zeker (Engelstalig) materiaal van partneruniversiteiten waarvan de kwaliteit duidelijk geborgd is en waarover je eventueel specifieke afspraken kan maken, kan je doelmatig inzetten.

Stel een ‘interstitial curriculum’ samen

Diverse onderzoekers wijzen op het belang van een zogenaamd interstitial curriculum, een brede onderwijsleeromgeving die inzet op de intellectuele gewoontes en vaardigheden van studenten op het snijvlak van het curriculaire en extra-curriculaire en die een versterkend effect kan hebben op de internationale/interculturele competentieverwerving. De werktaal die gebruikt wordt in het labo, de boeken die aangeboden worden in de faculteitsbibliotheek, de beelden die gebruikt worden in de communicatie van de opleiding, buddywerkingen vanuit studentenorganisaties,…  dragen allemaal –soms onrechtstreeks, maar steeds effectief – bij aan de verwerving van internationale/interculturele competenties. 

BUDDY PROJECT

Verschillende faculteiten hebben een buddy programma waarbij internationale studenten begeleid worden door lokale studenten. Opleidingen kunnen er voor opteren om credits uit te reiken voor studenten die meestappen in dit buddyprogramma. 

Bied een kortdurend studieverblijf in het buitenland aan

Valideer een kortdurend studieverblijf zoals summer/winter schools, een internationaal seminarie… in het curriculum van de student.

HET 'INTERNATIONAAL PORTFOLIO' IN DE BACHELORS OF SCIENCE IN DE HANDELSWETENSCHAPPEN, BESTUURSKUNDE EN PUBLIEK MANAGEMENT

Het opleidingsonderdeel Internationaal portfolio wordt als keuzevak aangeboden binnen de Bachelors of Science in de Handelswetenschappen, Bestuurskunde en Publiek management. Het omvat allerlei kortlopende internationaliseringsinitiatieven (summer school, intensive programme, internationaal seminarie…) die de student, met goedkeuring van de lesgever, kan opnemen en kan laten valideren binnen dit opleidingsonderdeel. In de studiefiche van dit opleidingsonderdeel is specifieke informatie opgenomen m.b.t. evaluatie.

Organiseer je opleiding gezamenlijk met partnerinstellingen

Een verregaande ingreep is dat je een opleiding gezamenlijk inricht met een consortium van universiteiten en het curriculum zo is opgebouwd dat studenten verschillende semesters aan (een) verschillende instelling(en) studeren. 

Combineer verschillende internationaliserende onderwijs- en leeractiviteiten

Valideer een kortdurend studieverblijf zoals summer/winter schools, een internationaal seminarie… in het curriculum van de student.

INTERNATIONALISERING BINNEN DE OPLEIDING LOGOPEDISCHE EN AUDIOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

De opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen wil internationalisering verankeren in de onderwijscultuur door de internationale en interculturele competenties van alle studenten te waarborgen. Hun missie is om deze competenties toegankelijk te maken voor iedere student. Daarom biedt de opleiding een diversiteit aan mogelijkheden zodat iedere student ook daadwerkelijk de kans krijgt om internationale ervaringen op te bouwen. 

Tijdens de tweejarige master stippelen studenten zelf een geïndividualiseerd traject uit op basis van persoonlijke interesses, motivatie en uitdagingen en geïnspireerd op een ‘internationale menukaart’ aangereikt door de opleiding. Studenten bundelen deze ervaringen in een internationaliseringsportfolio die de rode draad vormt in het ontdekken, verwerven en evalueren van competenties op vlak van internationalisering en interculturaliteit. De menukaart bevat vijf clusters waaruit studenten kunnen kiezen: (1) semesteruitwisseling, (2) buitenlandse stage, (3) onderzoek, (4) community service learning, en (5) internationalisation@home (I@home). Het portfolio is in de eerste plaats een tool voor de student. De opleiding gebruikt het instrument ook om een evaluatie toe te kennen op het einde van het traject. 

Het aspect internationalisering is in de masterjaren ingebed in het opleidingsonderdeel ‘stage en internationalisering’. Studenten verzamelen elk academiejaar acht credits verzameld uit de internationale menukaart, en dit verspreid over de twee semesters. Voor het behalen van de acht credits hanteert men een pass- of fail-quotering. Bij een fail op de internationale menukaart kan de student niet meer slagen voor het geheel van het opleidingsonderdeel. Hij of zij zal het tekort aan credits dan moeten inhalen in het zomerreces. In het tweede masterjaar wordt daarnaast ook verwacht dat studenten alle internationale en interculturele ervaringen in het portfolio voorstellen via een Pecha Kucha-presentatie. 

Hoe toets je internationalisering?

  • Elke internationale/interculturele opleidingscompetentie maatschappelijke impact moet minimaal tweemaal getoetst worden binnen de opleiding (cf. toetsprincipe 3). Een handig instrument om na te gaan of dat gebeurt, is de competentiematrix. Die brengt nauwgezet in kaart binnen welke opleidingsonderdelen, hoe en welke aspecten van bepaalde opleidingscompetenties voorkomen binnen de onderwijs- en leeractiviteiten én toetsing van de opleiding in zijn geheel. Immers: de opleidingscompetenties worden concreter vertaald in eindcompetenties van opleidingsonderdelen; de leerkansen om de opleidingscompetenties te verwerven worden aangeboden in de onderwijs- en leeractiviteiten van opleidingsonderdelen; en ook de toetsing van de opleidingscompetenties gebeurt via de evaluatie van de eindcompetenties van opleidingsonderdelen.
  • Stem de evaluaties van internationale/interculturele competenties binnen de opleiding op elkaar af. Opleidingen met een leerlijn internationalisering bouwen die competenties gradueel in doorheen de opleiding en stemmen de evaluatie ervan automatisch onderling goed af. Heeft een opleiding geen leerlijn? Dan kunnen de evaluaties op elkaar worden afgestemd via een gezamenlijke set aan evaluatiecriteria of een rubric in verschillende projecten of opleidingsonderdelen.

Als je internationale/interculturele opleidingsonderdelen toetst, zijn er een aantal aandachtspunten:

  • Kies een geschikte evaluatievorm. Internationale en interculturele competenties omvatten zowel kennis en inzicht als vaardigheden en attitudes. De eindcompetenties van opleidingsonderdelen concretiseren telkens wat het vak precies beoogt. Daarnaast stem je je toetsing ook af op de onderwijs- en leeractiviteiten waarmee studenten de internationale/interculturele competenties aangeleerd krijgen, gaande van ‘klassieke’ credituitwisselingen tot sporadische I@H-onderwijsactiviteiten.
    • Om kennis en inzicht rond internationale/intercultuerele competenties te toetsen, bijvoorbeeld kennis van eigen culturele regels en biases, liggen klassieke examens voor de hand. 
    • Om vaardigheden te testen (bv. samenwerken in een internationaal team) of attitudes (bv. systematisch rekening houden met interculturele diversiteit in professioneel handelen) zijn (groeps)opdrachten, projecten, zelfevaluaties, peer assessment, portfolio meer geschikt.
    • Volgens The SAGE Handbook of Intercultural Competence werkt de combinatie van directe en indirecte toetsingsvormen goed om internationale/interculturele competenties te evalueren. In de context van een international classroom bijvoorbeeld:
      • demonstreert een doelbewust samengestelde en gemengde groep studenten via een gezamenlijke presentatie (dus: via directe productgeoriënteerde toetsing) dat ze in een internationaal team kunnen functioneren.
      • demonstreert diezelfde groep studenten via een reflective journal waarin ze reflecteren over samenwerkingsproblemen (en oplossingen daarvoor) (dus: via indirecte toetsing) dat ze de internationale/interculturele competenties verworven hebben. 
  • Hoed je voor deze valkuil: internationale mobiliteit an sich garandeert niet dat een student automatisch de internationale/interculturele competenties heeft verworven. Toets de competenties dus ook in die uitwisselingscontext expliciet. 
  • Gebruik heldere, observeerbare evaluatiecriteria om de complexere aspecten van internationale/interculturele competenties, vooral attitudes, te toetsen. Daarin maak je expliciet duidelijk wat je onder die internationale/interculturele competenties verstaat. Werk met iets ruimere evaluatiecriteria, gebaseerd op je leerdoelen, aangevuld met niveaus of standaarden waarmee je aangeeft in hoeverre aan ieder criterium is voldaan. Rubrics geven de combinatie van evaluatiecriteria en niveaus of standaarden handig weer. Deze rubric voor intercultural knowledge en competence kan je aanpassen naargelang wat je precies wil toetsen in het opleidingsonderdeel.
  • In de masterproef en stage tonen afgestudeerden in spe dat ze de verworven kennis en vaardigheden geïntegreerd kunnen toepassen. Neem bij masterproeven of stages met een internationale component daarom het verwerven van internationale/interculturele competenties op in de bijbehorende beoordelingsformulieren.

Meer weten?

Raadpleeg deze gids (EN) omtrent internationale en interculturele competenties in de opleiding.

UGent-Praktijken

Laatst aangepast 9 februari 2024 10:06