Ondernemen: hoe maak je er werk van in je lespraktijk?
Studenten ondernemend leren denken en handelen is een belangrijke uitdaging voor het onderwijs. Een ondernemende houding bereidt studenten voor op een toekomst met nieuwe types jobs, nieuwe maatschappelijke noden en complexe problemen.
Veel mensen associëren ondernemerschap doorgaans alleen met een eigen zaak of onderneming opstarten of runnen, maar het is veel meer dan dat! De Europese Unie schuift de ‘ontwikkeling van initiatief en ondernemerschap' namelijk naar voren als een van de acht sleutelcompetenties voor voortdurend leren.
Wat verstaat de UGent onder ondernemend handelen, ondernemingszin en ondernemerschap?
Als je wil werken rond ondernemend handelen in je vak is het belangrijk om deze termen goed te begrijpen:
- Ondernemingszin is het vermogen om initiatief te nemen en ideeën in een bepaalde context te ontwikkelen. Ook doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidszin, durf, creativiteit en zelfsturing wanneer je ideeën in daden omzet zijn belangrijke kenmerken van ondernemingszin. Het omvat ook projecten plannen en beheren om doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Ondernemingszin is een van de 21st century skills.
- Ondernemerschap omvat de opstart van een eigen zaak en alle daarop volgende fases die een ondernemer met zijn of haar onderneming kan doorlopen (continueren, groeien, herstarten…) binnen een brede waaier aan sectoren, zowel in de privésector als in de non-profitsector. Als je ondernemerschap stimuleert in je vak leer je studenten de nodige kennis, vaardigheden en attitudes om een of meer van die fases te doorlopen.
Ondernemingszin is dus een veel ruimer begrip dan ondernemerschap en wordt veel vaker naar voren geschoven als een essentieel leerresultaat voor studenten. De Vlaamse Overheid verwacht dat alle studenten ondernemingszin aangeleerd krijgen, van het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs.
- Ondernemend handelen is ondernemingszin of ondernemerschap aanleren door vooral te werken aan de vaardigheden en de attitudes die daarmee samenhangen. Je leert de studenten handelen op een ondernemende manier. Daarnaast breng je kennis en theorie over rond ondernemingszin en ondernemerschap. Je moet immers soms bepaalde theoretische concepten toelichten, voor je aan de vaardigheden en attitudes kan werken.
De UGent houdt de term ‘ondernemend handelen’ aan als leerresultaat voor het hoger onderwijs, in navolging van de Vlaamse overheid. De UGent wil vooral werken aan de vaardigheden en attitudes voor ondernemingszin of ondernemerschap en de theorie daarvoor inzetten waar dat nodig is.
Hoe vertaal je ondernemingszin of ondernemerschap in eindcompetenties?
De Europese Commissie en OESO ontwikkelden in 2016 Entrecomp. Dat Europes referentiekader schuift ondernemingszin als transversale sleutelcompetentie naar voren omdat die competentie voor elk mens in alle levensfasen van belang is.
Entrecomp omvat competenties voor zowel ondernemingszin als ondernemerschap. Ze worden opgedeeld in 3 competence areas (Ideas & opportunities, Resources en Into action) die telkens 5 specifieke competenties omvatten. Elke competentie wordt dan nog eens opgedeeld in verschillend threads van subcompetenties met telkens 8 verschillende vaardigheidsniveaus.
Entrecomp is het ideale startpunt om je eindcompetenties op te baseren, samen met het UGent-competentiemodel en de opleidingscompetenties die rond ondernemend handelen zijn geformuleerd. Onderaan deze tip vind je ondersteunend materiaal om Entrecomp in te zetten.
Hoe stimuleer je ondernemend handelen zelf in je vak(ken)?
In het algemeen lenen activerende werkvormen zich uitstekend om ondernemend handelen te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan projectwerk, community service learning, problem-based learning en casusonderwijs. Maar nog belangrijker is hoe je de werkvorm die je gebruikt precies invult.
- Vertrek van reële maatschappelijke problemen, niet van verzonnen opdrachten. Betrek stakeholders die een probleem ervaren bij de start en het einde van het proces, maar ook tijdens het proces. Interacties met stakeholders zijn zeer waardevol om de ondernemende en communicatieve vaardigheden van studenten aan te scherpen. Het leert hun immers om de noden van de stakeholders goed in kaart te brengen, hun oplossing op die noden af te stemmen en aan die noden af te toetsen. Design Thinking is een veelgebruikt innovatieproces dat daarvoor wordt gebruikt. UGent verzamelt elk jaar uitdagingen van organisaties die je kan gebruiken in je onderwijs: www.callforchallenges.be. Als je kiest voor een duurzaamheidsvraagstuk of een maatschappelijk probleem, werk je tegelijk ook aan duurzaamheidscompetenties en/of competenties voor maatschappelijke impact.
- Laat studenten zelf initiatief en verantwoordelijkheid nemen. Laat hen bijvoorbeeld zelf contact opnemen met de stakeholders, laat hen zelf een bedrijfsbezoek inplannen en organiseren, laat hen zelf een les of workshop organiseren.
- Stimuleer studenten om creatief te zijn en met vernieuwende ideeën te komen. Laat in opdrachten ruimte voor creativiteit: laat bijvoorbeeld zelf de vorm bepalen waarin ze hun eindresultaat voorstellen, of neem creativiteit mee als evaluatiecriterium naast de andere eisen voor een project of werkstuk. Reageer open-minded als studenten misschien onverwachte, maar wel creatieve resultaten of ideeën voorstellen.
- Ga onzekerheid niet uit de weg. Leer je studenten daar net mee omgaan. Die onzekerheid kan je expliciet inbouwen om een leerervaring uit te lokken. Stel bijvoorbeeld halverwege de verwachtingen bij. Studenten leren zo om flexibel te zijn. Let er wel voor op dat je de werkdruk niet verhoogt. Leg goed uit waarom je dit doet en wat ze ervan leren.
- Leer studenten hoe ze hun netwerk kunnen aanspreken. In plaats van een gastspreker te voorzien kan je hen zelf op zoek laten gaan naar een ondernemer om te interviewen, maar ook bij projectwerk of marktonderzoek kan je hen contact laten zoeken met de doelgroep.
- Laat studenten nadenken over wat er met het eindwerk, project, eindresultaat… kan gebeuren als het vak afgelopen is. Neem dat aspect mee in de taak en in de beoordeling.
- Organiseer een onderdompeling in een ondernemende ervaring, bijvoorbeeld door de studenten deel te laten nemen aan een (internationale) challenge of een hackathon;
- Als je vak een ondernemerschapsproject omvat, raadpleeg dan het Small Business Project van Vlajo. Dat omvat een handboek, coaching, een wedstrijd en een bankrekening als die nodig is. Bekijken of het STEP-UP traject van Unizo geschikt kan zijn voor je studenten. In een veilig kader krijgen ze de kans om te ondernemen, ondersteund met een inspiratiebox en coaching.
Hoe geef je ondernemingszin en ondernemerschap inhoudelijk een plaats in je vakken?
- Bespreek de ondernemende competenties waar je in je vak aan werkt. Studenten hebben vaak geen idee van het verschil tussen ondernemingszin en ondernemerschap en welke vaardigheden je daarvoor nodig hebt. Ook studenten denken nog te vaak dat die vaardigheden enkel interessant zijn als je een eigen bedrijf wil opstarten. Zet dat misverstand recht in je les.
- Communiceer het aanbod van Gentrepreneur aan je studenten zodat ze weten waar ze terechtkunnen als ze ondernemende ambities hebben, al dan niet los van het vak. Gentrepreneur komt graag langs in je les (met of zonder student-ondernemer). Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Gentrepreneur om op de hoogte te blijven van het aanbod en de werking.
- Laat studenten reflecteren over hun eigen ondernemende vaardigheden. De Hunchup test is een test die ontwikkeld werd aan UGent en het ondernemend potentieel van studenten op een realistische manier in kaart brengt. De test is gratis voor UGent-studenten en UGent-personeel. In de onderwijstip over reflecteren in community service learning-vakken vind je veel concrete tips die je ook voor andere werkvormen kan inzetten.
- Bespreek hoe een innovatietraject verloopt. Maak duidelijk dat nieuwe producten of diensten niet zomaar uit de lucht komen vallen. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van een case study, of door de Design Thinking / Lean Startup aanpak toe te lichten en de verschillende stappen te bespreken.
- Nodig gastsprekers uit. Zo komen studenten met ondernemingszin of ondernemerschap in contact. De gastsprekers zijn bij voorkeur afgestudeerden uit de opleiding en/of zijn ondernemer of intrapreneur in een gebied gelinkt aan de opleiding – intrapreneurs zijn ondernemend van attitude maar werken binnen een bedrijf. Vlajo heeft een groot netwerk van ondernemers die voor de klas willen staan.
- Maak gebruik van tools zoals Business Model Canvas, het Lean Canvas of het Flourishing Business Canvas om studenten te laten nadenken over hun businessmodel. Zo denken ze niet enkel na over de start van hun project, maar ook over hoe ze hun project op een haalbare manier kunnen verder zetten en hoe ze maatschappelijke meerwaarde kunnen realiseren.
TIP!
- Team Onderwijsondersteuning heeft een set online lesmaterialen om ondernemend handelen te stimuleren in je les. Neem daarvoor contact op met onderwijsondersteuning@ugent.be.
- Zoek je inspiratie over wat aan bod komt in andere ondernemende vakken? Neem eens een kijkje op de Ufora-cursussen van de keuzevakken Leer Ondernemen, Inleiding tot ondernemerschap, Durf Ondernemen of Durf Starten.
Hoe evalueer je ondernemend handelen?
- Beslis wat je precies wil evalueren. Afhankelijk van de ondernemende competenties die je selecteerde, kan het interessant zijn om enkel het proces en/of de reflectie te evalueren en het eindresultaat niet of veel minder mee te nemen in de evaluatie. Vooral bij ondernemingszin is dat belangrijk. Ondernemend handelen gaat om de leermomenten die de studenten hadden en hoe ze daarop gereageerd hebben, minder om het ‘juiste’ eindresultaat.
- Als je ondernemerschap evalueert, dan is het belangrijk om een aantal kenniselementen mee te nemen die aan bod kwamen, zoals bijvoorbeeld financiële planning, het businessmodel en de vennootschapsvorm. In dat geval is het eindresultaat wel belangrijk om mee te nemen in je evaluatie.
- Omdat veel ondernemende competenties soft skills zijn, is het belangrijk om goed te communiceren naar studenten welk niveau en gedrag je verwacht en wat je daaronder verstaat. Gebruik rubrics, die je ook communiceert aan studenten, om duidelijk te maken wat het verschil is tussen onvoldoende, voldoende en goed. Entrecomp is een goede inspiratiebron.
- De evaluatievorm kan sterk variëren, maar meestal wordt er gewerkt met een evaluatiemoment op het einde (binnen of buiten de examenperiode) al dan niet in combinatie met meerdere evaluatiemomenten tijdens het semester. Een aantal voorbeelden van evaluatievormen:
- Een portfolio of dagboek waarin de studenten hun leermomenten beschrijven.
- Tussentijdse presentaties om de vooruitgang en de vaardigheden van de studenten te controleren en/of te evalueren.
- Een presentatie waarin studenten hun leertraject tijdens het vak voorstellen.
- Een presentatie of beurs waarbij studenten om hun eindproduct voorstellen aan een groot of beperkt publiek.
- Een businessplan waarin studenten alle aspecten van de opstart van een bedrijf uitschrijven.
TIP!
Op zoek naar een jurylid voor de eindpresentaties van een ondernemend project? Neem contact op met Gentrepreneur.
Meer weten?
Algemeen
- Portaalsite van VLAIO over ondernemend onderwijs
- Unizo Ondernemend onderwijs
- Vlajo ondersteuning voor het hoger onderwijs met onder andere innovatiekampen, Small Business Project en gastsprekers
- Lackéus, M. (2015). Entrepreneurship in Education: What, Why, When, How. OECD. 1-35.
Entrecomp
- Entrecomp: website
- Entrecomp: overzicht van competenties
- Entrecomp: overzicht van ondersteunend materiaal
- Entrecomp playbook met concrete leeractiviteiten om te werken aan één of meerdere competenties.
Vragen?
Laatst aangepast 6 september 2024 14:53