Interdisciplinariteit: hoe maak je er werk van in je opleiding?

1. Wat betekent interdisciplinariteit (voor de UGent)?

Om een antwoord te kunnen bieden op huidige en toekomstige complexe problemen is samenwerking tussen professionals uit verschillende disciplines essentieel. Naar zo’n samenwerking wordt vaak verwezen met de termen multidisciplinair, interdisciplinair of transdisciplinair. Elk van die termen duidt echter op een andere manier van samenwerken tussen verschillende professionals of disciplines.

 

 

Multidisciplinariteit houdt in dat verschillende disciplines hetzelfde probleem bekijken en elk vanuit hun eigen vakgebied het probleem analyseren en hun expertise inbrengen. De resultaten van die denkprocessen worden uiteindelijk samengevoegd (maar niet geïntegreerd) tot een eindproduct. Bij multidisciplinariteit blijven de grenzen tussen de disciplines dus zichtbaar en blijft er een sterke disciplinaire basis aanwezig.

 

De UGent streeft in het kader van futureproof onderwijs een meer gevorderde manier van samenwerken tussen de verschillende disciplines na: inter- en transdisciplinariteit. Die twee vormen van samenwerking hebben met elkaar gemeen dat ze verschillende disciplinaire definities integreren en dat ze tot oplossingen komen die één enkele discipline overstijgen.

 

 

 

Interdisciplinariteit richt zich op de integratie van kennis (informatie, data, technieken, onderzoeksmethoden...) uit twee of meerdere disciplines. Het doel is om problemen zo aan te pakken dat de oplossing de grenzen van één discipline overstijgt. Hoewel de grenzen tussen disciplines blijven bestaan, zijn ze minder zichtbaar in het uiteindelijke product omdat alle kennis is geïntegreerd. Interdisciplinariteit is dan een middel, geen doel, om tot een innovatieve oplossing te komen voor complexe problematieken.

 

 

 

Transdisciplinariteit ten slotte ontstaat wanneer academici uit verschillende disciplines samenwerken met elkaar én met niet-academische stakeholders. Door samen te werken, integreren alle stakeholders elkaars kennis, vaardigheden en methodieken om zo tot oplossingen te komen. Transdisciplinariteit doorbreekt dus niet enkel de eigen disciplinaire grenzen, maar ook de grenzen tussen academici, de samenleving en andere maatschappelijke stakeholders.

 

In de rest van deze onderwijstip gebruiken we de term interdisciplinariteit, maar bedoelen we zowel inter- als transdisciplinariteit.

2. Waarom zou je interdisciplinariteit integreren in je opleiding?

Complexe problemen omvatten per definitie een veelheid aan aspecten die één specifieke discipline overstijgen. Bij klimaatopwarming spelen bijvoorbeeld de oceanen, maar ook smeltende ijskappen, zonnestraling, de transportindustrie, mobiliteit, politieke beslissingen, de consumptiepatronen van de mens, ontbossing en landgebruik een rol. Elk op zich belangrijke problemen die door een specifieke discipline worden bestudeerd, maar om de problematiek volledig te begrijpen en tot innovatieve oplossingen te komen, is het belangrijk om verder te kijken dan de grenzen van de eigen discipline. Interdisciplinaire samenwerking is dus essentieel, zowel op wetenschappelijk vlak als in de praktijk. De integratie van al die disciplinaire kennis, het hoofdkenmerk van interdisciplinariteit, kan nieuwe begrippenkaders, inzichten, en zelfs vakgebieden opleveren, waardoor interdisciplinariteit een belangrijke motor voor innovatie vormt.

De UGent wil haar studenten opleiden tot kritische denkers met een open en constructieve houding tegenover diversiteit. ‘Durf denken’ en ‘multiperspectivisme’ vormen het uitgangspunt van de UGent-onderwijsvisie. Verschillende perspectieven innemen, openheid, tolerantie voor afwijkende standpunten, communiceren en samenwerken zijn generieke competenties die studenten aangeleerd krijgen wanneer interdisciplinair onderwijs een plaats krijgt in de opleiding. Die competenties beantwoorden aan een realiteit in het werkveld waar interprofessionele relaties en interdisciplinair samenwerken aan belang winnen.

3. Hoe kan je interdisciplinariteit integreren in je opleiding?

Interdisciplinariteit integreren in je opleiding, hoe begin je daar nu aan? Elke opleiding kan natuurlijk eigen accenten leggen in het programma om toe te werken naar de ideale afstuderende student. Om dat doel te bereiken, doorloop je het best enkele stappen – dat is niet per se een lineair proces, maar het geeft je een houvast; van de ene stap naar de andere springen is dus zeker mogelijk.

 

3.1 Vorm een geëngageerd team

Stel in samenspraak met de opleidingscommissie (OC) een groep samen met mensen die gemotiveerd zijn om hun schouders onder dit thema te zetten. Wie zijn de sleutelfiguren om het veranderproces te trekken? Denk bijvoorbeeld aan:

  • lesgevers of andere medewerkers van de opleiding die al samenwerken met een andere opleiding of een andere faculteit;
  • lesgevers of andere medewerkers van de opleiding die interesse hebben in interdisciplinariteit en interdisciplinair samenwerken;
  • alumni en studenten van de opleiding;
  • stakeholders uit het werkveld;
  • facultaire onderwijsondersteuning: curriculummanagers, onderwijsondersteuners en/of kwaliteitszorgmedewerkers...;
  • centrale ondersteuning: procesbegeleiders opleidingsondersteuning.

Een gevarieerde groep garandeert dat de opleiding vanuit verschillende invalshoeken onder de loep genomen wordt en dat je een zo breed mogelijk beeld krijgt. De kritische blik van studenten was in het verleden altijd zeer waardevol om het gesprek over de opleiding open te breken en de openheid voor nieuwe of andere mogelijkheden te vergroten.

3.2 Wat betekent interdisciplinariteit voor de opleiding?

Wanneer je verandering wil, moet je eerst goed weten waar je naartoe wil. Dat expliciteer je in de visie van een opleiding. Die maakt aan een breed publiek duidelijk waar de opleiding voor staat, welke (toekomstige) doelen ze nastreeft en hoe ze die wil bereiken. Ga na op welke manier de visie van de opleiding al spreekt over interdisciplinariteit of pas de visie aan om het thema te integreren. De visie zal richting geven aan de invulling van het programma.

Deze oefeningen kunnen jullie denkproces ondersteunen.

1. De opleiding denkt na over de kernvraag

Probeer naar de toekomst te kijken door kort te brainstormen over de volgende vraag:

Op welke actuele en toekomstgerichte interdisciplinaire vraagstukken moeten jullie studenten voorbereid zijn?

2. Reflectievragen

Deze reflectievragen kunnen helpen om een visie rond interdisciplinariteit uit te werken:

  • Welke generieke competenties hebben studenten nodig om een antwoord te bieden op actuele en toekomstgerichte interdisciplinaire vraagstukken?
  • Van welke andere vakgebieden dan het eigen vakgebied moeten studenten kennis hebben?
  • Voor welke kennisinhouden en vaardigheden is het belangrijk dat studenten aan perspectiefinname doen?
  • Met welke disciplinair heterogene groepen zullen studenten later samenwerken en op welke manier?
  • Op welke manier moeten studenten leren communiceren met en naar verschillende discipliair heterogene groepen en niet-academische stakeholders?
  • Op welke manier moeten studenten zich bewust zijn van de grenzen, beperkingen en veronderstellingen van de eigen discipline?
  • Wat betekent respectvol omgaan met diverse disciplinaire perspectieven?
  • Hoe krijgt het zoeken naar en ontwikkelen van interdisciplinairecreatieve oplossingen een plaats in de opleiding?

Als je een duidelijke visie hebt op wat interdisciplinariteit voor de opleiding betekent, kan je die verankeren in de opleidingsmonitor. Dat kan in sommige gevallen aanleiding geven tot het updaten van de opleidingscompetenties (OLR’s), die op hun beurt een vertaling moeten krijgen in het opleidingsprogramma.

3.3 Wat gebeurt er nu al in de opleiding?

Om zicht te krijgen op de huidige stand van zaken binnen de opleiding op het vlak van interdisciplinariteit, kan het zinvol zijn om de opleiding te scannen. Daarvoor gebruik je informatiebronnen die inzicht geven in hoe interdisciplinariteit aanwezig is binnen de opleiding. Denk aan studiefiches (welke opleidingsonderdelen werken aan interdisciplinariteit) en cyclische bevragingen zoals opleidingsfeedback, alumnifeedback… (welke feedback geven studenten en/of alumni over de aanwezigheid van interdisciplinariteit in de opleiding). Op die manier krijg je:

  • Een beeld van de manieren waarop de opleiding al inzet op interdisciplinariteit en zo tegemoetkomt aan de visie;
  • Een beeld van waar de discrepanties tussen de visie, de opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR's), het programma en de feedback van studenten en/of alumni zich bevinden.

In kaart brengen wat een opleiding al doet rond interdisciplinariteit, maakt dat bestaande initiatieven meer gewaardeerd worden en versterkt de samenhang en het profiel van de opleiding. De opleiding kan explicieter communiceren over bestaande interdisciplinaire initiatieven naar zowel lesgevers als (kandidaat-)studenten. Het lesgeversteam krijgt een beter zicht op wie er allemaal werkt rond interdisciplinariteit en dus ook op de (begin)competenties van studenten in elk opleidingsonderdeel dat bijdraagt aan interdisciplinariteit. Dat helpt de lesgever om het eigen vak kwaliteitsvol vorm te geven en te bepalen welke (generieke) competenties die kan beogen in een vak, wetende wat studenten eerder aan (generieke) competenties verworven hebben. Studenten op hun beurt zijn beter op de hoogte van de doelstellingen en het belang ervan voor de opleiding en hun afstudeerprofiel. Wanneer een opleiding zicht heeft op welke werk- en evaluatievormen gebruikt worden om interdisciplinariteit te realiseren, kan de werklast voor studenten ook beter bewaakt worden.

Op het moment dat een opleiding discrepanties vaststelt tussen de visie (wat beogen we?), de doelstellingen (hoe worden die beschreven in de OLR’s?), het programma (welke opleidingsonderdelen dragen bij tot de OLR’s?) en de feedback van studenten en/of alumni (wordt wat beoogd en ontwikkeld/geëvalueerd wordt in opleidingsonderdelen ook zo ervaren door studenten en/of alumni?), kunnen er actiepunten bepaald worden voor de toekomst. Bijvoorbeeld: een ingenieursopleiding stelt na een visie-oefening vast dat studenten veel meer kennis zouden moeten verwerven van andere vakgebieden zoals sociologie, economie en recht. Het belang daarvan is op dit moment niet terug te vinden in de OLR’s. Wel zijn er enkele lesgevers die al enkele jaren op eigen initiatief gastsprekers uit diverse disciplines uitnodigen in hun les. De opleiding ziet twee actiepunten. Een eerste actiepunt is om een OLR op te maken waarin wordt beschreven wat de opleiding verwacht aan verworven kennis over andere disciplines bij de afgestudeerden. De opleiding vertrekt daarvoor van de gezamenlijke visie. Een tweede actiepunt is om de lesgevers die al gastsprekers uitnodigen samen te brengen, hen bewust te maken van het OLR waartoe zij kunnen bijdragen met hun gastspreker en hen de eindcompetenties van hun respectievelijke opleidingsonderdelen, de inhoud van wat de gastspreker brengt en de evaluatievormen bewuster op elkaar te laten afstemmen.

3.4 Hoe kan ik mijn programma vormgeven?

Wanneer je een duidelijke visie hebt, kan je je programma beginnen te ontwerpen. Je kan aan interdisciplinariteit werken via allerlei werkvormen. De keuze voor een bepaalde werkvorm en de plaats ervan in het opleidingsprogramma hangen af van allerlei (rand)voorwaarden:

  • de persoonlijke interesse en competenties van de betrokken lesgever;
  • het gewenste competentieniveau bij de studenten (wil je bijv. louter kennis aanbrengen over een andere discipline of wil je hen ook echt interdisciplinaire samenwerkingsvaardigheden laten ontwikkelen?);
  • de beschikbare tijd en middelen;
  • de logische aansluiting bij de lesinhoud;
  • de diversiteit in de aanwezige studentenpopulatie.

Studenten verwerven interdisciplinaire competenties door te specialiseren in de eigen discipline én grondig kennis te maken met andere disciplines. Elke discipline analyseert de wereld op een specifieke manier en heeft daarvoor eigen mentale modellen, kaders of paradigma’s. Studenten moeten die leren kennen, samen met het specifieke vakjargon, voor ze interdisciplinair kunnen leren samenwerken. Het opleidingsprogramma moet dus voldoende werken aan interdisciplinair onderwijs, bij voorkeur met samenhangende opleidingsonderdelen.

Idealiter integreer je een moment in de opleiding waar studenten in een interdisciplinaire groep een reallife uitdaging aanpakken waarbij ze verschillende competenties geïntegreerd moeten gebruiken. Het is niet realistisch om van studenten te verwachten dat ze de nodige competenties daarvoor automatisch doorheen de opleiding verwerven. Zijn studenten er bijvoorbeeld op voorbereid om verschillende perspectieven in te nemen? Hebben ze al eerder moeten communiceren en samenwerken met peers die niet hetzelfde vakjargon hanteren? Om studenten daarop voor te bereiden, zet je het best stapsgewijs in op interdisciplinariteit doorheen de opleiding.

Onderstaand overzicht van werkvormen kan je ondersteunen en inspireren bij het opbouwen van je programma. Aan de linkerkant van het overzicht vind je iets minder intensieve werkvormen die vooral gericht zijn op competenties zoals het verwerven van kennis. Naarmate je meer naar rechts beweegt, richten de werkvormen zich meer op het toepassen van competenties in meer gecontroleerde contexten binnen het onderwijs (zoals bijvoorbeeld een simulatie) tot het uiteindelijk volledig geïntegreerd toepassen van de competenties in authentieke contexten. Elke leermogelijkheid is voorzien van een handige infofiche. Je vindt er ook praktijkvoorbeelden ter inspiratie.

 

3.5 Implementeer en ondersteun

Verschillende werkvormen, zoals ‘verschillende perspectieven integreren’, kan de lesgever perfect zelfstandig implementeren in de eigen lespraktijk.

Wanneer je echter effectief een samenwerking met een andere opleiding of faculteit aangaat, zijn er enkele (rand)voorwaarden waarmee je rekening moet houden:

  • Doelen: stem de leerdoelen van de opdracht of de samenwerking goed op elkaar af. Elke opleiding en elk vak heeft eigen leerdoelen. Wanneer je samenwerkt met een andere opleiding, is het belangrijk eerst goed af te stemmen wat jullie samen willen bereiken en wat de doelen van het project/vak/... precies zijn.
  • Organisatie: vaak is het enthousiasme wel aanwezig, maar wordt het inititief de kop ingedrukt door organisatorische moeilijkheden zoals roostering, plaats in het curriculum... Ga zo vroeg mogelijk na bij de roosteraars van beide faculteiten wat de mogelijkheden of obstakels zijn.
  • Begin klein: start bijvoorbeeld met één dag waarop studenten uit verschillende opleidingen samenwerken en geef dat initiatief de tijd om uit te groeien tot iets groters zoals een projectweek of grotere opdracht.
  • Verplicht of keuzevak: zorg voor een stabiele mix van studenten uit verschillende opleidingen. Wanneer je bijvoorbeeld studenten uit een keuzevak en een verplicht vak samenbrengt, kan de mix tussen disciplines zeer wisselend zijn.
  • Integreren in bestaande opdrachten of projecten: vaak bevatten opleidingen al projecten of groepswerken waarbij studenten samenwerken. Bekijk wat de mogelijkheden zijn om een deel ervan of het geheel interdisciplinair te maken door een element toe te voegen aan de opdracht.

Expertise van lesgevers

Lesgevers die interdisciplinair onderwijs vormgeven en begeleiden zijn de sleutel tot succesvolle leeractiviteiten voor studenten. Alleen lesgeversteams die zichzelf hebben bekwaamd in interdisciplinariteit, die andere disciplines zelf goed begrijpen en zelf de diverse denkwijzen kunnen integreren, kunnen een krachtige (interdisciplinaire) leeromgeving creëren. Wil je je (team) graag professionaliseren of laten begeleiden? Neem dan contact op met het team opleidingsondersteuning om een begeleiding op maat uit te werken.

3.6 Evalueer

In de laatste stap ga je na of de innovaties in het programma (vooropgestelde opleidingsspecifieke leerresultaten, onderwijs- en leeractiviteiten en evaluatie) beantwoorden aan de opleidingsvisie op futureproof onderwijs. Stuur bij waar nodig, maar vergeet zeker ook niet de successen te delen met het volledige team.

4. Meer weten?

Extra info en links:

Heb je vragen? Wil je good practices delen? Mail dan naar onderwijsondersteuning@ugent.be.

 

Bronnen:

Blom, M., Scager K., & Wiegant, F. (2019). Assessment of interdisciplinary competencies. Utrecht University. Retrieved from https://cat-database.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/584/2021/08/18122-B2_Rapport-Assessment-Interdisciplinary-Competencies-final.pdf

Davies, M., & Devlin, M. T. (2007). Interdisciplinary higher education: Implications for teaching and learning (p. 81). Melbourne: Centre for the Study of Higher Education.

De Greef, L., Post, G., Vink, C., & Wenting, L. (2017). Designing interdisciplinary education. Amsterdam University Press.

Edelbroek, H., Mijnders, M., & Post, G. (2018). Interdisciplinary learning activities. Amsterdam University Press.

Van Damme, D. (z.d.). Interdisciplinariteit in het hoger onderwijs. [Powerpoint-slides]. Retrieved from https://www.vlaio.be/nl/media/1860

VIVES dienst onderwijsbeleid (z.d.). Onderwijs voor interdisciplinair samenwerken. Een VIVES-kader. Kortrijk: hogeschool VIVES.

Wilthagen, T., Aarts, E., & Valcke, P. (2018). Tijd voor interdisciplinariteit: Een essay over de meerwaarde van samenwerking voor wetenschap, universiteit en maatschappij. Tilburg University.

Evers, A. W. M., Jensen, L. E., & Paul, H. (2015). Grensverleggend: kansen en belemmeringen voor interdisciplinair onderzoek. Amsterdam: De Jonge Akademie.

Waelkens, C. (2019). De Vlaamse wetenschapsagenda en interdisciplinariteit: Leren leven met interdisciplinaire problemen en oplossingen. KVAB Press.

UGent-Praktijken

Laatst aangepast 9 april 2024 13:48