Een leerlijn Mondzorg en maatschappij: niet-oordelend omgaan met kwetsbare doelgroepen

De verrassendste ontdekkingen doe je vaak het dichtst bij huis. Vanuit die insteek lees je hier hoe een collega-lesgever aan de UGent het eigen onderwijs vormgeeft. Wie weet inspireert dit verhaal ook jou?

Context 

  • Opleiding: Bachelor en Master of Science in de tandheelkunde
  • Modeltrajectjaar: BA1, BA2, MA1 en MA2
  • Gemiddeld aantal studenten: 58
  • Betrokken lesgever(s): Martijn Lambert
  • Voorbeeld uit academiejaar: 2022-2023
  • Tool(s): Ufora

Beschrijving 

De opleidingsonderdelen binnen de leerlijn ‘Mondgezondheid en maatschappij’ willen aan de hand van een reeks klinische en gezondheidspromotie-opdrachten studenten bewust maken van de noden van maatschappelijk kwetsbare doelgroepen op het vlak van mondgezondheid. De kerngedachte binnen deze leerlijn is dat niemand enige verdienste of schuld heeft aan waar hij of zij vandaan komt. Deze niet-oordelende context laat toe dat studenten en participanten vrijuit over verschillen en ongelijkheden kunnen spreken. Studenten leren dat ze wel degelijk het grootste deel van hun ‘eigen verdiensten’ te danken hebben aan hun omgeving, maar dat ze zich hier ook niet schuldig over hoeven te voelen, zolang ze maar bereid zijn om met eenzelfde openheid te kijken naar mensen die minder bevoorrecht zijn in het leven. Concreet wordt Community Service Learning (CSL) geleidelijk opgebouwd door concrete ontmoeting, waarbij de focus steeds meer verschuift van theorie naar praktijk.

Gemeenschap en partnerschappen

Met een lokale sociale organisatie – die de studenten zelf mogen kiezen – als partner, voeren de groepjes studenten een specifiek mondgezondheidsproject uit, dat aansluit bij de noden van maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. De studenten verzamelen informatie over de doelgroep, waardoor ze inzicht verwerven in eventuele mondgezondheidsproblemen en in de specifieke socio-economische en omgevingsfactoren die hiervoor bepalend zijn.

Maatschappelijke doelen

Mondgezondheid, mondgezondheidsgedrag en de toegankelijkheid van zorg hangen voor een stuk af van socio-economische en omgevingsfactoren. Doordat de instroom in de opleiding tandheelkunde beperkt wordt door een theoretisch toelatingsexamen, bestaat onze studentenpopulatie nagenoeg uitsluitend uit studenten met een ASO-vooropleiding en met een sterke socio-economische achtergrond. Hiertegenover staat dat de patiënten met de meeste nood aan tandheelkundige zorg vaak aan de tegenovergestelde zijde van het socio-economische spectrum staan. Er is dus weinig overlap tussen de leefwereld van de tandartsen en die van een groot deel van hun patiënten. Wanneer dat niet wordt erkend, is het risico op wederzijdse vooroordelen en onbegrip groot.

ACADEMISCHE LEERINHOUDEN EN LEERDOELEN VOOR DE STUDENT

Om onderstaande competenties te verwerven, aan de hand van een reeks klinische en gezondheidspromotie-opdrachten, zullen de studenten kunnen steunen op de academische kennis en leerinhouden die ze opgedaan hebben in de bachelorjaren en op de vaardigheden van zelfstudie. Daarnaast focussen academische leerinhouden op de werking en organisatie van lokale actoren in het veld van de gezondheidspromotie en op het opstellen van een elektronisch portfolio.

MAATSCHAPPELIJKE EN PERSOONLIJKE LEERINHOUD EN LEERDOELEN VOOR DE STUDENT

Via de volgende leermomenten, in de vorm van verschillende gezondheidspromotie-opdrachten, krijgen studenten inzicht : - Groepsgesprekken over patiëntencasussen waarin etniciteit en socio-economische status het kernthema zijn. Een schoolopdracht waarbij studenten een halve dag lesgeven over mondgezondheid en gezonde voeding in een lagere school. Een concreet project in een welzijnsorganisatie om de mondgezondheid binnen die organisatie op een structurele manier te verbeteren. De studenten mogen zelf een organisatie voordragen, wat de betrokkenheid en interesse sterk vergroot, ook later in hun carrière. Een klinische stage als tandarts binnen de diverse context van een Wijkgezondheidscentrum (in Ledeberg, Gent).

Succesfactoren en aandachtspunten

  • Tip 1: Vertrek zoveel mogelijk vanuit je eigen expertise. Een maatschappelijke opdracht moet uiteraard voldoende gekaderd worden, maar sluit best zo nauw mogelijk aan bij de specifieke opleiding. Studenten tandheelkunde willen tandarts worden, studenten ingenieurswetenschappen willen ingenieur worden. Als je daaraan tegemoet komt, zullen de studenten veel meer openstaan voor het maatschappelijke aspect van de opdracht en hun eigen maatschappelijke rol als professional beter inzien. Het maatschappelijke aspect wordt op die manier een normaal aspect van de job, en geen ‘extern project’.
  • Tip 2: Werk met experten uit andere disciplines (bv. onderwijs, sociaal werk) en laat hen een deel van de beoordeling van studenten opnemen. Op die manier worden zij sterk betrokken bij het vak, maar worden de studenten ook beoordeeld op wat ze exact doen binnen het vakgebied van de externe partners, en op hoe ze omgaan met eindgebruikers of intermediairen. Veel CSL-opdrachten focussen te sterk op beschrijven en rapporteren, terwijl concreet engagement en actie op het terrein minder worden gevaloriseerd.
  • Tip 3: Creëer een veilig en niet-oordelend gesprekskader waarin studenten uiting kunnen geven aan hun eventuele vooroordelen of weerstand. Veel CSL-projecten richten zich op bredere maatschappelijke thema’s (sociale ongelijkheid, diversiteit, beleidskeuzes) waarover verschillende visies bestaan. Werken vanuit een dwingend of sturend moreel kader kan dan de weerstand bij studenten vergroten, of uitsluitend sociaal wenselijke antwoorden opleveren. Een open debatcultuur bij het voorbereiden en evalueren van opdrachten kan de betrokkenheid, het inzicht en de reflectievaardigheden van alle studenten verhogen. Geef zoveel mogelijk keuzevrijheid aan de studenten. Laat hen, binnen een afgelijnd kader, zelf op zoek gaan naar de partners die hen het beste liggen of het meest interesseren. Dat vergroot de betrokkenheid van de studenten, mogelijk zelfs tot na het afstuderen. Bovendien verruimt het ook het blikveld en het netwerk van de lesgevers.

 

Referenties naar tips: