Samenhangend Programma: De vertaling van de opleidingscompetenties
Wat is het?
Een opleidingsprogramma is een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen dat vertrekt van uitdagende en complexe opleidingscompetenties (OLR’s). Om die samenhang te realiseren, zorgt de opleiding voor zowel afstemming tussen opleidingsonderdelen binnen een modeltrajectjaar als voor een logische opbouw tussen opleidingsonderdelen die in de verschillende opleidingsjaren aan bod komen. Die horizontale en verticale afstemming kan de opleiding in een programma zichtbaar maken door middel van leerlijnen. De opleiding bouwt hierbij gradueel op naar het hoogste vooropgestelde beheersingsniveau op het vlak van kennis, vaardigheden en attitudes zoals beschreven in de opleidingscompetenties (OLR’s). Op het niveau van de opleidingsonderdelen worden de beheersingsniveaus uitgedrukt in heldere eindcompetenties. De werk- en evaluatievormen worden afgestemd op de eindcompetenties - dat is het principe van constructive alignment.
De opleidingscommissie is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het programma van haar opleiding(en) (cf. OER UGent). Ze bewaakt de relevantie van de opleidingscompetenties (OLR’s), de realisatie ervan door het programma heen en ze maakt dat elke opleidingscompetentie (OLR) in (minimaal twee) opleidingsonderdelen wordt getoetst. Daarbij voorziet ze activerende en motiverende werkvormen zoals practica, werkcolleges, groepswerk en begeleid zelfstandig werk waar dat wenselijk en relevant is. De opleidingscommissie waakt er bovendien over dat er een evenwichtige spreiding van opleidingsonderdelen per semester en per academiejaar is (roostering) en garandeert zo een realistische studiebelasting en haalbare planning voor haar studenten. De opleiding maakt bewuste keuzes inzake online en on-campusactiviteiten en inzake het gebruik van onderwijstechnologie. Daarnaast voorziet ze voldoende keuzemogelijkheden in haar programma zodat studenten de kans krijgen om hun curriculum te personaliseren.
Waarom?
Inzetten op een samenhangend programma heeft voordelen voor de student, de lesgever en de opleidingscommissie.
Voor de student maakt een beredeneerde opbouw van leerinhouden en eindcompetenties, zonder nodeloze herhaling of inhoudelijke lacunes, diepgaand leren mogelijk. De student verwerft competenties op het gepaste beheersingsniveau, wat de motivatie voor het leren versterkt. Een student die de samenhang van het programma begrijpt, kan ook betere keuzes maken in functie van een gepersonaliseerd traject.
Voor (nieuwe) lesgevers verheldert een samenhangend programma de plaats van een opleidingsonderdeel binnen een groter geheel, wat helpt om doelen, werk- en evaluatievormen gerichter te bepalen. Voor de opleidingscommissie helpt een samenhangend programma om de studeerbaarheid van het programma te evalueren en gericht acties te bepalen, zoals een inhoudelijk overleg tussen lesgevers. Tot slot faciliteert een samenhangend programma een heldere communicatie naar (kandidaat-)studenten, lesgevers en andere stakeholders, wat de profilering van de opleiding ten goede komt.
Laatst aangepast 5 september 2024 11:56