Diversiteitsbeleid: hoe laat je studenten leren over en in diversiteit in je opleiding?

Opleidingen die aandacht willen besteden aan diversiteit, laten studenten specifieke diversiteitscompetenties verwerven of versterken. Enerzijds moeten studenten leren over diversiteit als maatschappelijk gegeven in relatie tot hun vakgebied; anderzijds is leren samenwerken en omgaan met verschil een wezenlijk onderdeel van hun leerproces. Met andere woorden, studenten leren over en in diversiteit. Om een diversiteitsbeleid op opleidingsniveau te ontwikkelen, hou je als opleiding best beide dimensies voor ogen als je inzoomt op de diversiteitscompetenties, leerlijnen, curriculum, onderwijs- en leeractiviteiten en evaluatie van diversiteitscompetenties.

In een schema samengevat:

 

Leren over diversiteit

Wat moeten studenten inhoudelijk weten of kennen over het thema diversiteit met betrekking tot hun vakgebied?

Leren in diversiteit

Hoe bereidt de UGent studenten voor op een diverse samenleving, werk- of onderzoekscontext?

Diversiteitscompetenties Kennisgerelateerde competenties bepalen over diversiteit als maatschappelijk thema in relatie tot het vakgebied. Competenties bepalen die illustreren dat studenten inzicht hebben in het eigen referentiekader en dat van anderen én die illustreren dat studenten op een constructieve manier kunnen omgaan met die verschillen.  
Leerlijnen en curriculum Inhoud en samenhang bepalen van het thema diversiteit doorheen het opleidingsprogramma.  Opleidingsonderdelen en onderlinge samenhang bepalen binnen het programma waarin studenten competenties verwerven om met diversiteit om te gaan. 
Onderwijs- en leeractiviteiten Onderwijs- en leeractiviteiten bepalen waarmee de opleiding inhoudelijke kennis over het thema diversiteit kan aanreiken aan studenten. Onderwijs- en leeractiviteiten bepalen waarmee de opleiding het leren omgaan met diversiteit kan aanreiken aan de studenten. 
Evaluatie Toetsing kennisgerelateerde competenties over diversiteit bepalen.  Toetsing bepalen van de competenties om met diversiteit om te gaan. 

1. Diversiteitscompetenties

Wat verstaat de UGent onder diversiteitscompetenties? 

De literatuur spreekt meestal over interculturele (en internationale) competenties. De UGent neemt die modellen als basis, maar kiest bewust voor een bredere benadering en invulling, namelijk competenties die essentieel zijn in het omgaan met diversiteit in het algemeen, niet louter in het omgaan met culturele diversiteit. 

De UGent onderscheidt vijf diversiteitscompetenties. De eerste competentie gaat over leren over diversiteit. De andere competenties hebben betrekking op het leren in diversiteit:

  • Diversiteitscompetentie 1: kennis over diversiteit als maatschappelijk gegeven
  • Diversiteitscompetentie 2: diversiteitsbewustzijn 
  • Diversiteitscompetentie 3: communicatie en taalvaardigheid
  • Diversiteitscompetentie 4: samenwerken in heterogene teams
  • Diversiteitscompetentie 5: omgaan met maatschappelijke uitdagingen, onzekerheden en nieuwe ontwikkelingen

Als opleiding leg je eerst vast wat studenten inhoudelijk moeten weten of kennen over het thema diversiteit in relatie tot hun vakgebied. Voor sommige studiegebieden (bv. in alfa- en gammawetenschappen) ligt die invulling meer voor de hand dan bij andere. Toch kan deze vraag ook bijzonder relevant zijn voor bijvoorbeeld opleidingen in de toegepaste en exacte wetenschappen. Zo  kan je studenten bijvoorbeeld meegeven dat wetenschap tot stand komt vanuit verschillende perspectieven, wereldbeelden, referentie- en denkkaders. 

Vervolgens focus je als opleiding op leren in diversiteit. Het is dan vooral zaak om studenten te leren omgaan met diversiteit en hen voor te bereiden op het functioneren in een diverse werk- of beroepscontext. 

Tip! Wil je graag nog meer zekerheid over welke diversiteitscompetenties het meest essentieel en relevant zijn voor je opleiding? Bevraag alumni en het werkveld! 

Hoe integreer je diversiteitscompetenties in het competentiemodel van je opleiding? 

In het competentiemodel van de UGent zitten de diversiteitscompetenties al grotendeels vervat. Dat geïllustreerde competentiemodel van de UGent markeert mogelijke diversiteitscompetenties. Als opleiding kan je het competentiemodel verder aanvullen naargelang de eigenheid van je opleiding. Vervolgens ga je met je competentiematrix na in welke mate de diversiteitscompetenties al vervat zijn in de eind- en opleidingscompetenties en kan je verder verfijnen.

2. Leerlijnen en curriculum

  • Heb je de diversiteitscompetenties bepaald? Dan kan je een leerlijn diversiteit uitwerken. Een leerlijn toont de inhoudelijke en structurele samenhang van een reeks competenties in de opbouw van het opleidingsprogramma. Een leerlijn diversiteit geeft dus weer op welke manier studenten diversiteitscompetenties doorheen het programma kunnen verwerven en in welke opleidingsonderdelen het thema inhoudelijk aan bod komt doorheen het programma. 
  • Hoewel vooral de lesgever de inhoud van de opleidingsonderdelen bepaalt, kan de opleiding die inhoudelijke keuzes sturen als ze het curriculum en het opleidingsprogramma vastlegt. Laat je als opleiding leiden door deze vragen:
    • Komen de vooropgestelde opleidingscompetenties (inclusief diversiteitscompetenties) voldoende aan bod in het programma? Waar en op welke manier komen die aan bod in de opleidingsonderdelen in het programma?
    • Welke relevante en betekenisvolle kennis en inhoud met betrekking tot het vakgebied en diversiteit worden moeten aan bod komen in het curriculum? 
    • Sluit het programma inhoudelijk aan bij de diverse profielen en achtergrond van studenten? Is het programma herkenbaar voor studenten met een divers profiel? 

3. Onderwijs- en leeractiviteiten

Hoe werk je geïntegreerd aan diversiteitscompetenties in je opleiding?

In de meeste gevallen verdient het de voorkeur om op een geïntegreerde manier te werken aan diversiteitscompetenties. Inhoudelijk wordt het thema diversiteit dan meegenomen en gekoppeld aan de reguliere lesinhoud. Zo kunnen bepaalde vraagstukken of casussen betrokken worden op het thema diversiteit.

Hoe werk je expliciet aan diversiteitscompetenties in je opleiding?

Zijn diversiteitscompetenties essentieel om andere eind- of opleidingscompetenties te kunnen verwerven? Dan is het aangewezen om een aantal lessen, modules of volledige opleidingsonderdelen te wijden aan het thema diversiteit. Zo kunnen studenten eerst kennismaken met de diversiteitscompetenties, voor ze ze geïntegreerd moeten toepassen. 

Bijvoorbeeld:

  • In opleiding (X) is het belangrijk dat studenten voorkennis hebben over de diversiteit in de samenleving om die te kunnen toepassen binnen andere opleidingsonderdelen. De opleiding beslist om een opleidingsonderdeel ‘diversiteit’ in te richten. 
  • In opleiding (Y) moeten studenten binnen een bepaald opleidingsonderdeel een groepswerk maken samen met internationale studenten. Zij krijgen binnen het opleidingsonderdeel eerst een inleidende workshop waarin ze een aantal vaardigheden rond samenwerken en omgaan met diversiteit kunnen inoefenen. 

4. Evaluatie 

De evaluaties van diversiteitscompetenties vraagt om aandachtspunten op zowel opleidings- als opleidingsonderdeelniveau. Terwijl de opleiding zich vooral richt op het totaalplaatje van het toetsen van diversiteitscompetenties, zijn het de opleidingsonderdelen waarin (aspecten van) de diversiteitscompetenties concreet getoetst worden. 

Aandachtspunten voor de opleiding zijn: 

  • Concretiseer in de toetsvisie van de opleiding hoe je diversiteitscompetenties toetst.
  • Zorg binnen het programma van de opleiding voor voldoende momenten waarop je de opleidingscompetenties (incl. diversiteitscompetenties) evalueert. 
  • Elke opleidingscompetentie moet minimaal tweemaal getoetst worden binnen de opleiding. Een handig instrument om na te gaan of dat gebeurt, is de competentiematrix. Die brengt nauwgezet in kaart binnen welke opleidingsonderdelen, hoe en welke aspecten van bepaalde opleidingscompetenties voorkomen binnen de onderwijs- en leeractiviteiten én toetsing van de opleiding in zijn geheel. Immers: de opleidingscompetenties worden concreter vertaald in eindcompetenties van opleidingsonderdelen; de leerkansen om de opleidingscompetenties te verwerven worden aangeboden in de onderwijs- en leeractiviteiten van opleidingsonderdelen; en ook de toetsing van de opleidingscompetenties gebeurt via de evaluatie van de eindcompetenties van opleidingsonderdelen.
  • Zet een geschikte mix aan evaluatievormen in om het brede pallet van diversiteitscompetenties te evalueren doorheen de opleiding. 
    • Het toetsen van kennis over diversiteit kan je integreren in de reguliere toetsing van kennisinhoud. 
    • Vaardigheden gerelateerd aan diversiteitscompetenties (bv. kunnen samenwerken in een heterogene groep, diversiteitsbewust communiceren, kunnen omgaan met nieuwe situaties, …) kan je toetsen door observatie, bijvoorbeeld via intervisiegesprekken of peerfeedback. 
    • Tip! Gebruik de handige rubric om diversiteitscompetenties te toetsen. 
    • Of studenten hun attitudes ten aanzien van diversiteit wijzigden, kan je meten met vragenlijsten die de attitudes voor en na de onderwijsactiviteit in kaart brengen, bijvoorbeeld de IRC-meting (‘Intercultural Readiness Check’). 
    • Kennis, vaardigheden en attitudes rond diversiteit geïntegreerd toetsen kan via een portfolio waarin studenten kritisch reflecteren over hun leerproces.
  • Stem het evalueren van diversiteitscompetenties binnen de opleiding af. Opleidingen met een leerlijn leren in en over diversiteit bouwen die competenties gradueel in doorheen de opleiding en stemmen de evaluatie ervan automatisch onderling goed af. Heeft een opleiding geen leerlijn? Dan kan de evaluatie op elkaar worden afgestemd via een gezamenlijke set aan evaluatiecriteria of een rubric in verschillende opleidingsonderdelen.

Meer weten? 

Laatst aangepast 1 december 2023 12:09