Werkcollege: sociale demografie en gezondheidssociologie

De verrassendste ontdekkingen doe je vaak het dichtst bij huis. Vanuit die insteek lees je hier hoe een collega-lesgever aan de UGent het eigen onderwijs vormgeeft.
Wie weet inspireert dit verhaal ook jou?

Context 

  • Opleiding: Master of Science in de Sociologie, Major Gezondheid en Sociale Demografie
  • Modeltrajectjaar: Ma1
  • Opleidingsonderde(e)l(en): K001313 - Seminar on Social Demography and Health Sociology
  • Gemiddeld aantal studenten: 10-15
  • Betrokken lesgever(s): Melissa.Ceuterick@UGent.be
  • Voorbeeld uit academiejaar: 2020-2021
  • Tool(s): Ufora

Beschrijving

MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT

Omschrijving

Studenten draaien tien weken mee in de dagelijkse werking van een publieke of non-profitorganisatie (bv. OCMW Gent, Agentschap Integratie en Inburgering, VDAB, Abortuscentrum Gent, CM Midden-Vlaanderen, Weerwerk - De Sleutel, Stad Gent - dienst Welzijn en Gelijke Kansen, UZ Kinderpsychiatrie). Studenten onderzoeken een gezondheidssociologisch of sociaaldemografisch vraagstuk en worden daarbij uitgedaagd om hun sociologische verbeelding in reële contexten te gebruiken.

Gemeenschap en partnerschappen

De praktijkervaring vindt plaats in een organisatie in de publieke of non-profitsector. Vaak gaat het om organisaties die tot doel hebben de maatschappelijke participatie van personen in een kwetsbare positie te verhogen. Daar komen de studenten in contact met stafmedewerkers, vrijwilligers, patiënten en doelgroepen zoals buurtbewoners of gebruikers van een bepaalde dienst.

Maatschappelijke doelen

Het vertrekpunt is steeds een concrete vraag of nood van de organisatie, waarop getracht wordt een antwoord te bieden. Dat gebeurt doorgaans via een praktijkgericht onderzoek of het uitwerken van een project. De studenten kunnen een meerwaarde betekenen voor de betrokken organisatie door een sociologisch analysekader te bieden omtrent de aangegeven noden en ze te situeren in de bredere context van hedendaagse sociale dynamieken.

ACADEMISCHE LEERINHOUD EN LEERDOELEN VOOR DE STUDENT

  • Inzicht ontwikkelen in relevante gezondheidssociologische en sociaaldemografische benaderingen en de manier waarop ze kunnen worden toegepast op praktijkervaringen van een organisatie.
  • Leren op een creatieve en originele manier gebruik te maken van een gevarieerd pakket aan bronnen om wetenschappelijk onderzoek op te baseren.
  • Een gefundeerde en kritische sociologische visie op hedendaagse uitdagingen met betrekking tot thema’s als integratie, participatie en sociale ongelijkheid ontwikkelen, op basis van theoretisch inzicht en concrete ervaring.

MAATSCHAPPELIJKE EN PERSOONLIJKE LEERINHOUD EN LEERDOELEN VOOR DE STUDENT

  • Inzicht ontwikkelen in maatschappelijke problemen in de specifieke organisatiecontext (aard, oorzaken, dynamieken, beleidscontext, impact op de doelgroep).
  • Een concreet praktijkgericht onderzoek of maatschappelijk project leren opzetten, uitvoeren en bijsturen.
  • De vereiste vaardigheden en attitudes ontwikkelen om met een diversiteit aan individuen aan doelstellingen te werken.
  • Het eigen professionele handelen leren te verwoorden, kritisch te evalueren en bij te sturen op basis van zelfreflectie.
  • Inzicht leren te verwerven in eigen waarden, overtuigingen en attitudes.
  • Leren reflecteren op basis van eigen ervaring als sociologisch professional.
  • Leren communiceren en analyseren op een kritische en beleidsgerichte manier.

REFLECTIE

Reflectie gebeurt tijdens discussiemomenten onder begeleiding van een tutor en masterstudenten die de EDUMA-opleiding volgen. Tijdens de discussiemomenten staan de studenten stil bij hoe ze functioneren binnen de organisatie, bij de theoretische inzichten met betrekking tot de concrete probleemstelling, bij de noden van de betrokken organisatie en bij de plaats van sociologen in het werkveld. 

Tips

TIP 1

Sinds een aantal jaren zijn organisaties aanwezig in de eerste les om zelf hun opdracht toe te lichten bij aanvang van het academiejaar, waardoor studenten meteen voeling hebben met de opdracht en de organisatie. Nadien maken ze hun keuze en worden ze toegewezen aan een organisatie na een kort motivatiegesprek met de docent en met UGent-coaches. 

TIP 2

Enerzijds studenten voldoende ruimte geven om hun opdracht in overleg met de organisatie verder uit te stippelen en anderzijds de haalbaarheid van de opdracht bewaken binnen de gegeven tijd, is een delicate evenwichtsoefening. Overleg daarom vooraf samen met de organisatie om al een eerste haalbaarheidscheck uit te voeren. Ook een reflectie en feedbackmoment met de organisatie achteraf is heel waardevol. Met de meeste organisaties is op die manier een duurzaam partnerschap en meerjarig engagement uitgebouwd. Ook is het belangrijk ruim voldoende op voorhand organisaties warm te maken (mei-juni, met het oog op een CSL-opdracht in het eerste semester).

TIP 3

CSL kan een parcours zijn met heel wat hindernissen en omwegen; het is dus niet louter het doel of eindproduct dat telt, maar de leerervaring van het hele traject. Het lijkt evident, maar net daarom is het belangrijk om dat bij aanvang voldoende te onderlijnen, zowel naar de studenten toe als naar de ontvangende organisaties. Hou de vinger aan de pols bij studenten. In dit werkcollege wordt dit concreet gerealiseerd door tweewekelijkse feedbackmomenten met de betrokken docent en met UGent-coaches. Tot slot: The proof of the pudding is in the eating. Wat zeggen studenten zelf? “CSL doet ons een beter en breder beeld krijgen van het soort bijdrages dat we als sociaal wetenschapper op de arbeidsmarkt kunnen doen”, “CSL maakt een universitaire studie opeens jobgericht” en “CSL laat een nieuw licht schijnen op onderzoek en maakt het minder stoffig maar creatief, impactvol en vernieuwend”.