Het verankeren van de externe blik in opleidingen

In lijn met het recentste decreet m.b.t. kwaliteitszorg in het hoger onderwijs (2019) hecht de UGent een groot belang aan de inbreng van externen in het beleid en de kwaliteitszorg van haar opleidingen. Elke opleiding wordt geacht een aantal acties op te zetten die toelaten om op een systematische wijze een divers extern perspectief binnen te brengen. 

Wat wordt minimaal verwacht van opleidingen?

Het geheel van de acties die een opleiding uitvoert m.b.t. de externe blik beantwoordt aan de volgende 3 criteria:

  1. Elke opleiding toetst de inhoudelijke component van de opleiding – minstens de opleidingscompetenties, het opleidingsprogramma, de toetsing/ het eindniveau – af bij een breed spectrum van externe stakeholders. Dit spectrum omvat minimaal het werkveld, de alumni en internationale peers
  2. De opleidingscommissie (OC) bespreekt de resultaten van opleidingsspecifieke bevragingen van het werkveld of andere stakeholders en van centraal georganiseerde bevragingen van pas afgestudeerden en alumni, zoals gepresenteerd in de monitor via UGI. De bevragingen vormen het startpunt voor zelfreflectie en analyse. 
  3. De opleiding voert een programmatoets uit. Daarbij spreken minstens 3 internationale onafhankelijke academische peers, met een brede blik op de opleiding, zich elk apart of in panel één keer om de 6 jaar (of naar aanleiding van een grondige programmahervorming) uit over de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding: de focus van de programmatoets is het al dan niet aan de maat zijn van de opleidingscompetenties, het programma, de toetsing en het eindniveau. 

De peers zijn bij voorkeur internationaal gezaghebbende experten. DOWA voorziet een - vrijblijvend te gebruiken - sjabloon met richtvragen voor de internationale vakgenoten.

Onafhankelijke peers zijn experts die transparant zijn over de wijze waarop ze samenwerken met de opleiding en die via een verklaring op eer aangeven dat ze objectief de programmatoets kunnen uitvoeren. DOWA voorziet daarvoor een standaardformulier.

Plant je opleiding een grondige hervorming van het programma? Dan is het interessant om bij internationale peers feedback te vragen op het huidige programma of op een nieuw programmavoorstel. Er wordt sterk aangeraden om de programmatoets uit te voeren bij programmawijzigingen die de eigenschappen van de opleiding veranderen en programmawijzigingen die behandeld worden door de Commissie Programma's (COP).  

 

De blik van het werkveld en alumni versus de blik van internationale peers

Het decreet beschouwt 2 groepen als noodzakelijke klankborden voor het aftoetsen van de inhoudelijke component van opleidingen: 

  • het werkveld, alumni, vakverenigingen
  • internationale peers/ experten 

Het perspectief en de expertise van deze externe stakeholders is natuurlijk verschillend:

Regionaal vs. internationaal 

  • De partners uit het werkveld en de (meeste) alumni brengen het perspectief binnen van organisaties en bedrijven die (vaak) regionaal verankerd zijn. 
  • Buitenlandse peers verbonden aan verschillende instellingen bieden een internationale kijk op UGent opleidingen.  

Arbeidsmarktperspectief vs. academisch perspectief   

  • Werkveldpartners brengen het perspectief van de arbeidsmarkt binnen in de opleiding. Zij geven (o.a.) informatie over de employability en beroepsbekwaamheid van afgestudeerden.
  • Internationale vakgenoten bekijken de inhoud van de opleiding vanuit wetenschappelijk perspectief.

Feedback vs. programmatoets  

  • Opleidingen worden geacht op structurele wijze feedback te verzamelen bij het werkveld en alumni.
  • Internationale vakexperten zijn goed geplaatst om te na te gaan of de inhoudelijke component van een opleiding beantwoordt aan internationale maatstaven en of de opleiding voldoende evidence based is. Daarom worden internationale peers aangesproken om een gedegen programmatoets uit te voeren. 

Van opleidingen wordt verwacht dat zij input van externen verzamelen, erover reflecteren en vervolgens bepalen of ze er al dan niet mee aan de slag gaan. 

De inbreng van alle types van externen is noodzakelijk. Er kunnen wel gefundeerde redenen zijn om adviezen niet (of niet onmiddellijk) om te zetten in veranderingen in het onderwijs. 

 

Overzicht van mogelijke acties om de externe blik te realiseren 

Een opleiding beschikt over een reeks mogelijkheden om de externe blik te verankeren in het (verbeter)beleid. Bedoeling is dat de opleidingscommissie een combinatie van acties selecteert die tegemoet komt aan de 3 bovenvermelde criteria.    

Acties met het oog op het betrekken van het werkveld en alumni

 

 

Formule

Overlegorgaan 

Aanpak 

Installeer een opleidingsspecifieke werkveldcommissie of adviesgroep van externen. 

Win-win
  • De commissie/adviesgroep vormt een waardevol structureel klankbord voor de opleiding. 
  • Vertegenwoordigers uit het werkveld brengen de opleiding op de hoogte van professionele tendensen, van sterktes en aandachtspunten van afgestudeerden enz. 
    Het werkveld heeft een inbreng in het beleid van de opleiding waarvan men afgestudeerden tewerkstelt. 
Tips
  • Maak een doordachte selectie van partners uit van het werkveld die een visie hebben op de toekomstige ontwikkelingen in de sector.
  • Komen afgestudeerden van je opleiding terecht in een verscheidenheid aan werkvelden? Breng dan vertegenwoordigers uit de voornaamste sectoren samen in een adviesgroep (bv. overheid, onderwijs, …)
  • Een adviesraad met toonaangevende experten uit het werkveld geeft uitstraling en biedt interessante netwerkmogelijkheden en eventueel onderzoeksopdrachten.
Succesvolle voorbeelden in de UGent
  • De opleiding Rechten heeft sinds 2017 een adviesraad die 2 maal per jaar samenkomt en de opleiding adviseert. De raad bestaat uit vertegenwoordigers van het werkveld, nationale en internationale academici.
  • De masters Farmaceutische Zorg en Geneesmiddelenontwikkeling hebben elk een onderwijsreflectiepanel dat de opleidingen adviseert bij o.a. programmawijzigingen. Naast het geven van feedback in functie van onderwijskwaliteitszorg wordt ook (periodiek) informatie gegeven over onderzoek. Op deze manier spelen de opleidingen in op een specifieke interesse van het werkveld.

 

Formule 

Overlegorgaan

Aanpak 

Sommige opleidingen laten vertegenwoordigers van het werkveld als externe leden zetelen in (een van de) bestaande overlegorganen (bv. de OC, toetscommissie, cel interne kwaliteitszorg). Afhankelijk van het orgaan kunnen de externen aan elke zitting van het overleg deelnemen  (bv. Cel Kwaliteitszorg) ofwel kan men per academiejaar 1 overleg organiseren (bv. een jaarlijkse OC vergadering) waaraan externen deelnemen.  

Win-win
  • De opleiding haalt het perspectief van het werkveld binnen in het onderwijs(verbeter)beleid zonder een extra overlegorgaan te moeten oprichten. 
  • Vertegenwoordigers van het werkveld kunnen rechtstreeks met opleidingen communiceren over bv. tendensen in de sector, competenties van afgestudeerden, mogelijke onderzoeksonderwerpen enz. Bij een jaarlijks overleg dienen zij daarvoor slechts 1 overleg per jaar in te plannen.
Tips
  • Bepaal een termijn waarbinnen de huidige samenstelling van de groep van externen wordt aangehouden. Verander daarna de samenstelling zodat de opleiding nieuwe perspectieven uit het werkveld binnenkrijgt.
  • Organiseer het (jaarlijkse) overleg ’s avonds en/of in een lesvrije week.  
  • Koppel een receptie of netwerkmoment aan het overleg.
  • Maak tijdens het overleg ook een tussentijdse evaluatie van acties die reeds werden opgezet op basis van advies van de externen.
Succesvolle voorbeelden in de UGent
  • In de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen beschikt elke opleiding over een Cel Interne Kwaliteitszorg (CIK) waarin externen uit het werkveld zetelen. De CIK adviseert de opleidingscommissie.
  • De masteropleiding Vergelijkende Moderne Letterkunde heeft een ‘Raad van advies’ die 1 maal per jaar samenkomt op een OC vergadering. In de raad zetelen 5 vertegenwoordigers van het werkveld, onder wie 2 alumni. De Raad speelt een rol in de kwaliteitsbewaking van de opleiding en fungeert als externe toetssteen voor interne ideeën. 

 

Formule 

Event

Aanpak 

Is het in de context van je opleiding niet evident (gebleken) om partners uit het werkveld en/of alumni samen te brengen op een overleg? Het kan interessant zijn om in de marge van een event waarop deze stakeholders sowieso aanwezig zijn een overleg i.f.v. onderwijskwaliteitszorg te voorzien.

Organiseert jouw faculteit of opleiding bv. jaarlijks een posterbeurs rond de masterproeven, koppel dan aan dit event een overleg met de deelnemers uit het werkveld om de inhoud van de opleiding af te toetsen. 

Win-win
  • Alumni en/of werkveldpartners combineren meerdere activiteiten. Zij geven feedback aan de opleiding op een moment waarop zij sowieso aanwezig zijn op een event. 
  • De opleiding verkrijgt feedback van het werkveld en dient zelf geen extra event te organiseren of een overlegorgaan op te richten.
Tips
  • Bekijk welk (facultair of opleidingsspecifiek) event periodiek plaatsvindt en waarbij het werkveld aanwezig is. Dat kan gaan om een jobbeurs, career days enz. Bekijk vervolgens of en hoe je opleiding aan dit event een overleg kan koppelen. 
  • Denk ook aan events van koepelorganisaties of beroepsverenigingen: ook deze activiteiten kunnen kansen bieden om een feedbackmoment te organiseren.
  • Ga via de CKO commissie van jouw faculteit na of er opleidingen zijn die ervaring hebben met dit concept.
Succesvolle voorbeelden in de UGent
  • De opleiding Biochemie en biotechnologie organiseert een sessie over het onderwijs in de marge van een event van FlandersBio, een koepelorganisatie van de Vlaamse life science industrie. 
  • De faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen organiseert jaarlijks ‘Career Days’ voor de masterstudenten. Een ‘speeddate’ met alumni maakt deel uit van dit event. Voorafgaand aan de speeddate is er een overleg met de aanwezige alumni in functie van kwaliteitszorg (bv. voor het aftoetsen van een voorstel tot programmawijziging). 

 

Formule

Event

Aanpak 

Organiseer een event specifiek voor het werkveld en/of alumni. Voorzie tijdens (of in de marge van) dit event een activiteit/ methodiek waarbij de deelnemers (gerichte) feedback kunnen geven in functie van kwaliteitszorg. 

Win-win

Alumni en/of partners uit het werkveld nemen deel aan een event dat tegemoet komt aan een nood of interesse van deze groep (bv. netwerking, bijscholing, …). 

Het event versterkt de betrokkenheid van de externen bij de opleiding. De opleiding verkrijgt feedback van externen omtrent het onderwijs.

Tips?
  • Organiseer een event dat inspeelt op interesses of noden van het werkveld en alumni.
  • Bekijk of het event ook tegemoet kan komen aan interesses of noden van studenten, bv. in functie van uitstroom naar de arbeidsmarkt, loopbaankeuzes enz. 
  • Voorbeelden van events zijn: een stagementorendag, een alumni-event, een infoavond, workshops of gastlezingen in het kader van Levenslang Leren
  • Voorbeelden van activiteiten/methodieken zijn: een overleg, een korte bevraging, een presentatie met aansluitend een Q&A sessie.
  • Zet efficiënte communicatie-acties op om het event bekend te maken bij de externe stakeholders van uw opleiding.
Succesvol voorbeeld in de UGent
  • De masteropleiding Statistical Data Analysis organiseert jaarlijks een ‘Mastat Day’. Deelnemers zijn: het werkveld, alumni, studenten en een internationale partneropleiding. Tijdens een halve dag worden een lunch met een postersessie; lezingen en presentaties door alumni gecombineerd. Er wordt ook een feedbackmoment voorzien waarbij concrete vragen over de opleiding aan de aanwezigen worden gesteld.

 

Formule

(Periodieke) Bevraging

Aanpak 

Organiseer via een vaste cyclus een bevraging bij pas afgestudeerden, alumni en/of het werkveld om de inhoud van de opleiding en eventueel andere aspecten af te toetsen. 

Win-win
  • Externe stakeholders kunnen digitaal feedback geven aan de opleiding die ze volgden of waarvan ze alumni aanwerven. 
  • De opleiding verkrijgt via digitale weg input van alumni en/of het werkveld. 
  • Bij opleidingen zonder een duidelijk afgelijnde beroepsfinaliteit leveren structurele alumnibevragingen een interessant beeld op van het werkveld waar afgestudeerden terecht komen. 
Tips
  • Ga op een gestructureerde manier te werk: ga na welke externe stakeholders in het kader van jouw opleiding best bevraagd worden, via welk kanaal dit kan gebeuren en welke zaken je via de bevraging exact wil aftoetsen.
  • Combineer meerkeuzevragen met enkele open vragen en suggestieruimte.
  • Communiceer met de bevraagde groep over de manier waarop de opleiding is omgegaan met de resultaten van de bevraging. Geef aan welke zaken de opleiding veranderde op basis van gegevens uit de bevraging. 

 

Formule 

(Periodieke) Bevraging

Aanpak 

Organiseer via een vaste cyclus een bevraging bij externen die betrokken zijn bij je opleiding om inhoudelijke of andere aspecten (bv. eindniveau van afgestudeerden, stagebegeleidingsproces, masterproefproces, evaluatie masterproef…) af te toetsen. 

Win-win
  • Externen uit het werkveld die meewerken aan (de begeleiding van) onderwijsactiviteiten zijn reeds relatief nauw betrokken bij de opleiding en zijn vaak makkelijker (structureel) te bereiken. 
  • Het bevragen van deze groep versterkt de betrokkenheid bij de opleiding en de inbreng in het onderwijs(beleid).   
Tips
  • Bepaal duidelijk welke zaken je via de bevraging wil aftoetsen, via welk kanaal de bevraging best gebeurt enz. 
  • Ga na of deze betrokkenen reeds bevraagd worden (bv. bevraging stagebegeleiders, externe masterproefbegeleiders) en of de resultaten ervan ook feedback omvatten m.b.t. inhoudelijke aspecten van de opleiding (bv. eindniveau van studenten). Indien dit niet het geval is, dan kan het nuttig zijn om een aantal gerichte vragen over de inhoud van de opleiding toe te voegen aan de bevraging.
  • Combineer meerkeuzevragen met enkele open vragen en een suggestieruimte.
  • Communiceer met de bevraagde groep over de manier waarop de opleiding is omgegaan met de resultaten van de bevraging. 

 

Formule 

Focusgroepgesprek

Aanpak 

Organiseer – al dan niet na een bevraging – periodiek een focusgroepgesprek met pas afgestudeerden en/of alumni. Bespreek met de deelnemers de sterktes en aandachtspunten van de opleiding, de aansluiting van de opleiding op de arbeidsmarkt enz. 

Win-win

Pas afgestudeerden en/of alumni krijgen de kans om feedback te geven aan de opleiding die ze volgden. 

Een groepsgesprek laat toe om door te vragen op bepaalde thema’s of om dieper in te gaan op resultaten van bevragingen (opleidingsfeedback/ alumnibevraging…): het levert de opleiding interessante en genuanceerde informatie op. 

Tips
  • Maak van het groepsgesprek een structureel proces dat geïntegreerd is in de workflow van de OC of een ander orgaan: organiseer het gesprek volgens een vaste timing (jaarlijks, tweejaarlijks) en voorzie telkens een terugkoppeling naar de OC. 
  • Hanteer een vast sjabloon met richtvragen die vastgelegd werden door de OC. Neem bv. een aantal vaste thema’s op in het sjabloon en voeg aan de vaste items ook vragen toe die op dit moment relevant zijn. 
  • Indien het niet of moeilijk haalbaar is om fysiek samen te komen voor een gesprek, dan kan het een oplossing zijn om een online groepsgesprek (via video-/teleconferencing) te organiseren.
  • Communiceer binnen de opleiding en met de deelnemers over de manier waarop de opleiding is omgegaan met de output van het groepsgesprek. 
Succesvol voorbeeld in de UGent
  • De opleiding Biochemie en Biotechnologie organiseert sinds 2017-18 jaarlijks een gesprek met pas afgestudeerde studentenvertegenwoordigers om o.a. te reflecteren over de overgang opleiding-werkveld. 

 

Formule

Samenwerking met het werkveld in het kader van de masterproef

Aanpak 

Voorzie voor studenten de mogelijkheid om masterproeven uit te werken met een partner uit het werkveld.

Neem een vertegenwoordiger van het werkveld op in de commissie die de masterproef evalueert.  

Win-win
  • Door de optie te voorzien om masterproeven uit te werken met het werkveld en/of door een vertegenwoordiger van het werkveld op te nemen in de beoordelingscommissie van masterproeven, verkrijgt de opleiding input over het eindniveau en de employability/beroepsbekwaamheid van studenten.
  • Studenten maken kennis met (onderzoeks)vragen uit de reële praktijk. 
  • De resultaten van de masterproefprojecten kunnen voor het werkveld interessante inzichten of handvatten opleveren.
Succesvol voorbeeld in de UGent
  • In bijna alle opleidingen van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen worden masterproeven mee beoordeeld door externe experten en kan het werkveld ook masterproefonderwerpen aanbrengen. 
  • De opleiding Verpleeg- en Vroedkunde presenteert de onderzoeksresultaten uit masterproeven jaarlijks op een posterbeurs voor het werkveld. Bezoekers treden er in dialoog met de opleiding over de onderzoeksresultaten. 
  • Bijna alle opleidingen van de faculteit sturen – na de interne beoordeling – enkele  masterproeven door naar externen i.f.v. het aftoetsen van de kwaliteit en het verfijnen van het beoordelingskader. 

 

Acties om de internationale programmatoets te realiseren

Formule

Desktopoefening

Aanpak 

De opleidingscompetenties en/of het programma worden opgebouwd vanuit of afgetoetst aan internationale kaders/ standaarden. 

Win-win

De opleiding kan op relatief snelle en eenvoudige manier nagaan in welke mate opleidingscompetenties/ het programma voldoen aan internationale standaarden. 

Het internationale kader vormt een interessant uitgangspunt voor zowel de OC die bv. een nieuw programma ontwerpt, als voor de lesgevers die het uiteindelijke programma realiseren via de opleidingsonderdelen. 

Tip
  • De internationale kaders/ standaarden kunnen ook een uitgangspunt vormen bij de selectie van internationale partneropleidingen waarmee men een programmatoets wil uitvoeren.
Succesvolle voorbeelden in de UGent
  • De opleiding Informatica werkte bij haar laatste programmahervorming een referentiekader uit op basis van het Computer Science Curricula (ACM/IEEE 2013), een internationale ‘handleiding’ voor informaticaopleidingen. Vanuit dit kader specificeerde de OC alle leerlijnen en de opleidingsonderdelen in het programma en legde ze de krijtlijnen vast waarbinnen lesgevers hun opleidingsonderdelen kunnen implementeren. 
  • De opleidingsdoelstellingen van de afstudeerrichting Logopedie binnen de opleiding Logopedische en Audiologische wetenschappen sluiten volledig aan bij de opleidingsdoelstellingen die geformuleerd werden door de International Association of Logopedics and Phoniatrics (IALP). 

 

Formule

Evaluatie-oefening 

Aanpak 

Selecteer een aantal masterproeven en laat deze beoordelen door internationale vakgenoten die niet (structureel) betrokken zijn bij het onderwijs in de opleiding. 

Een andere mogelijkheid is om elke masterproef te laten evalueren door een commissie die bestaat uit interne evaluatoren en een externe expert. 

Win-win
  • De evaluatie van de UGent masterproeven vormt een interessante vergelijkingsoefening voor internationale partneropleidingen.
  • De opleiding verkrijgt feedback op het algemene eindniveau van studenten en op de componenten van de masterproef. Als er voor elke masterproef een extern jurylid wordt opgenomen in de beoordelingscommissie, dan wordt het eindniveau structureel afgetoetst. 
Tips
  • Bespreek op een overleg van de OC welke aspecten van de masterproef dienen te worden afgetoetst (probleemstelling, methodologische onderbouwing, evaluatiecriteria,…). Hanteer eventueel een sjabloon met richtvragen. 
  • Hou van bij het begin rekening met de taal waarin de masterproef wordt opgesteld en afgelegd.
Succesvol voorbeeld in de UGent

De opleiding Historische Taal- en Letterkunde voorziet bij de evaluatie van elke masterproef een expert van een niet-Vlaamse universiteit als beoordelaar. 

 

Formule

Bevraging

Aanpak 

Organiseer een bevraging bij studenten die net een uitgaande mobiliteit achter de rug hebben en/of bevraag inkomende internationale studenten. Bevraag deze groepen over de sterktes/aandachtspunten van de UGent opleiding en de buitenlandse opleiding op vlak van bv. programma, toetsing, werkvormen, begeleidingsprocessen…

Win-win
  • Studenten die op uitwisseling zijn geweest en/of inkomende internationale studenten krijgen de kans om feedback te geven aan de opleiding. 
  • De opleiding verkrijgt waardevolle input van de eigen studenten over buitenlandse partneropleidingen: deze input bevat vaak informatie die men niet altijd terugvindt op websites (bv. grootte van de groepen, variatie in werkvormen).  
Tips
  • Communiceer binnen de opleiding, en zeker ook aan de bevraagde studenten, hoe er met de resultaten van de bevraging is omgegaan in de opleiding, welke eventuele (effectieve) veranderingen de input van de bevraagden heeft teweeggebracht.
  • Maak van de bevraging een structureel item in het proces van studentenmobiliteit. 
Succesvol voorbeeld in de UGent
  • In de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen wordt aan elke uitgaande student gevraagd om de UGent opleiding te vergelijken met de buitenlandse opleiding. De faculteit voorziet voor de opleidingen een sjabloon met richtvragen rond een aantal thema’s (o.a. programma, werkvormen, toetsing, kwaliteitszorg). 

 

Formule 

Overlegmoment in de marge van docentenmobiliteit

Aanpak 

Een docent van de opleiding voert een onderwijsopdracht uit bij een belangrijke internationale partneropleiding. In de marge van deze opdracht laat de docent 1 of meerdere inhoudelijke componenten van de UGent opleiding aftoetsen bij (de opleidingsverantwoordelijken van) de internationale partner.

Een andere mogelijkheid: de UGent opleiding laat 1 of meerdere inhoudelijke componenten van de eigen opleiding beoordelen door een inkomende docent van een internationale partneropleiding.

Win-win
  • De opleiding kan een activiteit in het kader van onderwijskwaliteitszorg koppelen aan docentenmobiliteit. Dit spaart tijd en ruimte. 
  • De UGent opleiding verwerft informatie over het al dan niet aan de maat zijn van het programma, de opleidingscompetenties, de toetsing en eindniveau. 
  • De kwaliteitszorgactiviteit vormt tevens een leermoment voor de partneropleiding. 
Tips
  • Inventariseer de in-/uitgaande docentenuitwisselingen in uw opleiding en bespreek met de OC welke partneropleidingen interessant zijn in functie van de externe blik. 
  • Bekijk met de OC voor welke inhoudelijke aspecten het haalbaar is om deze – in de marge van mobiliteit – te laten aftoetsen bij een internationale partner of bij een inkomende docent. Er zijn verschillende opties: ofwel laat de opleiding alle inhoudelijke componenten in één keer aftoetsen ofwel laat men 1 component (bv. de opleidingscompetenties) beoordelen. De andere componenten dienen dan nog door andere partners te worden geëvalueerd. 
  • Hanteer een sjabloon met richtvragen om de kwaliteitszorgoefening te faciliteren.

 

Formule

Overlegmoment/event

Aanpak 

Voorzie in de marge van een internationaal congres een overleg met 1 of meerdere internationale vakgenoten om 1 of meerdere inhoudelijke aspecten (opleidingscompetenties, programma, toetsing, eindniveau) van de opleiding kritisch te vergelijken en verbeteropportuniteiten te identificeren.

Win-win
  • De opleiding verwerft informatie over het al dan niet aan de maat zijn van cruciale inhoudelijke aspecten van de opleiding.
  • Een actie in het kader van kwaliteitszorg wordt gekoppeld aan een event waarop internationale vakgenoten/ partneropleidingen sowieso aanwezig zijn.
  • De kwaliteitszorgactiviteit vormt tevens een leermoment voor de vakgenoot/ partneropleiding. 
Tips
  • Inventariseer de deelnames van docenten aan internationale congressen en ga na op welke bijeenkomst toonaangevende internationale peers/partneropleidingen aanwezig zijn die voor uw opleiding interessant zijn in het kader van de externe blik. 
  • Bekijk met de OC voor welke inhoudelijke aspecten het haalbaar is om deze – in de marge van een congres – te laten aftoetsen. Er zijn verschillende opties: ofwel laat de opleiding alle inhoudelijke componenten in één keer aftoetsen ofwel laat men 1 component (bv. de opleidingscompetenties) beoordelen. De andere componenten dienen dan nog door andere partners te worden geëvalueerd.
  • Hanteer een sjabloon met richtvragen om de kwaliteitszorgoefening te faciliteren.

 

Formule 

Meeting 

Aanpak 

Identificeer – via/in samenwerking met de Facultaire Commissie Internationalisering (FCI)  -(minstens) drie belangrijke internationale partnerinstellingen of -opleidingen. Nodig de partners uit op een meeting die als doel heeft om een volledige programmatoets uit te voeren. 

Win-win
  • De UGent opleiding kan via één meeting  aan de vereiste m.b.t. de internationale externe blik voldoen.  
  • Alle deelnemende internationale opleidingen leren van elkaar via een kritische vergelijkingsoefening. Bij deze oefening worden best practices en verbeteropportuniteiten geïdentificeerd en uitgewisseld.
  • Naast de inhoudelijke componenten kunnen ook andere aspecten aan bod komen die op dit moment belangrijke issues zijn voor de opleiding.
  • Het event consolideert het partnerschap tussen de deelnemende opleidingen: het draagt bij aan het versterken of creëren van samenwerkingsverbanden op verschillende gebieden (onderwijs, onderzoek, internationalisering…).
Tips
  • Selecteer toonaangevende internationale partneropleidingen die min of meer gelijkaardig zijn aan de UGent opleiding (qua profiel, opbouw…) en die fungeren in een min of meer vergelijkbare context (grootte, structuur, beleid van de instelling, regionale context enz.).
  • Identificeer eventueel geschikte partneropleidingen binnen het netwerk van verwante internationale opleidingen. 
  • Ook facultaire partnerschappen, thematische netwerken (ITN) en strategische institutionele partnerschappen (SIPs) kunnen interessante internationale opleidingen bevatten. 
  • Indien het niet of moeilijk haalbaar is om met de internationale peers/partners een fysieke meeting aan de UGent te organiseren, dan kan een online meeting (via videoconferencing) een evenwaardig alternatief vormen.

 

Formule 

Internationaal werkbezoek 

Aanpak 

Organiseer een werkbezoek bij partneropleidingen in het buitenland om een programmatoets uit te voeren.  

Win-win 
  • De UGent opleiding verwerft informatie over het al dan niet aan de maat zijn van de cruciale inhoudelijke componenten. 
  • De programmatoets vormt een leermoment voor alle deelnemende opleidingen. De opleidingen leren van elkaar en identificeren sterktes, best practices en verbeterpunten.
  • Naast de inhoudelijke componenten kunnen ook andere aspecten aan bod komen die op dit moment belangrijke issues vormen.
  • Het werkbezoek versterkt het partnerschap tussen de UGent opleiding en de buitenlandse partner. 
  • Vertegenwoordigers van de UGent opleiding maken ter plekke kennis met de concrete context van de buitenlandse partneropleiding.
Tips 
  • Identificeer interessante partneropleidingen voor het uitvoeren van een programmatoets via/in samenwerking met de Facultaire Commissie Internationalisering (FCI). 
  • Ga na welke internationale netwerken interessante partners kunnen voorzien voor het organiseren van een programmatoets. 
  • Maak voor het bezoek afspraken met de partner over het doel van het werkbezoek, de af te toetsen aspecten en de wederzijdse win. 
  • Maak gebruik van Europese financiering voor benchmarking.
Succesvol voorbeeld in de UGent 

De master Management en Beleid van de Gezondheidszorg toetste het programma af aan het curriculum van een belangrijke Erasmus partneropleiding verbonden aan de Università Cattolica del Sacro Cuore te Rome.

 

Formule

Cyclische externe beoordeling van de opleiding door een erkend evaluatie-/accreditatieorgaan 

Aanpak 

De inhoudelijke componenten van de opleiding worden beoordeeld door een panel van internationale experten via een internationale accreditatieprocedure.

Win-win
  • Via de accreditatie wordt de mate waarin de opleiding  beantwoordt aan internationale kwaliteitsstandaarden beoordeeld.
  • Via de accreditatie voldoet de opleiding aan de vereiste m.b.t. de internationale externe blik. 
  • In bepaalde wetenschapsdomeinen/ disciplines is het haalbaar om meerdere of alle opleidingen van eenzelfde faculteit te laten accrediteren. 
  • De faculteit/ opleiding verwerft een internationaal kwaliteitslabel. Dit vormt voor bepaalde disciplines een belangrijke stimulans voor het aantrekken van buitenlandse studenten, voor tewerkstelling van alumni en doctores in het internationale werkveld of aan internationale universiteiten. 
Tip 
  • Als lesgever zelf deelnemen aan kwaliteitszorginitiatieven in het buitenland, bv. als panellid in een externe visitatiecommissie, is ook een interessante oefening omdat het een unieke blik op de interne werking van een andere opleiding (of instelling) oplevert. 
Succesvolle voorbeelden in de UGent
  • In de faculteit Diergeneeskunde worden de opleidingen om de 7 jaar geaccrediteerd door de European Association of Establishments for Veterinary Education (EAEVE). 
  • In de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur worden de opleidingen Burgerlijk Ingenieur en Burgerlijk Ingenieur-Architect om de 6 jaar geaccrediteerd via de Commission des Titres d'Ingénieur (CTI).

 

De externe blik en de link met de strategische onderwijsdoelstellingen ‘betrokkenheid van stakeholders’ en ‘internationalisering’

Opleidingen zijn sterk gebaat bij het creëren van synergieën tussen de externe blik in functie van onderwijskwaliteitszorg en de processen die lopen m.b.t. de strategische onderwijsdoelstellingen ‘betrokkenheid van stakeholders’ en ‘internationalisering’. 

De link met het bredere stakeholderbeleid

De strategische onderwijsdoelstelling (zie monitor) omtrent de betrokkenheid van stakeholders houdt in dat opleidingen processen en acties opzetten waarbij ze interne én externe stakeholders systematisch betrekken bij het onderwijs en het beleid. 

De processen en acties gericht op het betrekken van externen (werkveld, alumni…) kunnen verscheidene doeleinden hebben, bv.

  • het uitwisselen van informatie 
  • het uitwerken van een gezamenlijk (onderzoeks)project
  • het opzetten of begeleiden van leerprocessen (bv. in het kader van stage, Community Service Learning)
  • het formuleren van adviezen voor de opleidingscommissie
  • het aftoetsen van beoogde eindcompetenties van de opleiding

In vele opleidingen lopen reeds processen waarbij externen worden betrokken bij de onderwijspraktijk en/of het beleid: het zijn prima kanalen om, in functie van kwaliteitszorg, ook essentiële inhoudelijke componenten (zoals bv. het programma) af te toetsen

Is het in de context van uw opleiding nodig om een nieuw/geactualiseerd plan rond stakeholderbetrokkenheid uit te werken, ga dan systematisch te werk, bv. volgens deze stappen:

  1. Preciseer de noden en rollen van de externe stakeholders ten aanzien van de opleiding.
  2. Preciseer de noden van de opleiding.
  3. Analyseer en selecteer relevante stakeholders.
  4. Kies op doordachte wijze een (combinatie van) methodiek(en) die toelaat om op een structurele manier in dialoog te treden met externe stakeholders.
  5. Evalueer het opgezette stakeholderbeleid en stuur bij indien nodig.

De link met internationalisering

Voor het realiseren van de internationale externe blik kunnen opleidingen nieuwe acties opzetten of werken via (bestaande) initiatieven in het kader van internationalisering. Zowel activiteiten in het kader van personeels- als studentenmobiliteit bieden mogelijkheden. 

Men kan binnen gekende/bestaande netwerken geschikte internationale peers/partneropleidingen identificeren. Dat kan gaan om: 

  • netwerken op niveau van de opleiding, de faculteit of de instelling 
  • netwerken van verwante internationale opleidingen  
  • internationale onderzoeksnetwerken

De afdeling Internationalisering reikt de faculteiten (deels via competitieve oproepen) diverse middelen aan om in te zetten voor de programmatoets:

Middelen Waarvoor kunnen ze ingezet worden?
  • Organisatorische steun (OS) in het kader van Erasmus+

  • Budget voor mobiliteit buiten de Erasmuszone (de vroegere OIM-middelen)

voor voorbereidende bezoeken, onthaalactiviteiten enz.

primair voor de ondersteuning van lesgevers voor een kortlopende lesopdracht bij een partnerinstelling

via gelijkaardige kanalen is er ook financiële ondersteuning voor ATP-medewerkers voor studiebezoeken aan partnerinstellingen of deelname aan georganiseerde staff trainings

calls voor samenwerking in het kader van ENLIGHT

voor samenwerkingsinitiatieven m.b.t. onderwijs en/of onderzoek tussen twee of meer ENLIGHT-partnerinstellingen

calls voor samenwerking in het kader van 3i University Network

voor samenwerkingsinitiatieven m.b.t. onderwijs en/of onderzoek met de universiteiten van Lille en Kent

diverse middelen van de Regionale Platformen van de UGent

voor specifieke vormen van samenwerking tussen de UGent en partnerinstellingen uit de betrokken landen/regio’s

 

De regelgeving staat toe dat deze middelen ook kunnen worden ingezet om de kwaliteit van de samenwerking met betrokken instellingen te verbeteren, op voorwaarde dat de Facultaire Commissie voor Internationalisering en, indien van toepassing, de afdeling Internationalisering hiermee instemmen.

De externe blik realiseren: concrete voorbeelden 

Als de opleidingscommissie verschillende acties heeft geselecteerd en opgezet om de externe blik binnen te halen, hoe kan het geheel van de acties er uiteindelijk uitzien? Wat is ‘genoeg’ om aan de 3 criteria te voldoen? Drie fictieve voorbeelden:

 

1. Elke opleiding toetst de inhoudelijke component van de opleiding – minstens de opleidingscompetenties, het opleidingsprogramma, de toetsing en het eindniveau – af bij een breed spectrum van externe stakeholders. 

  • Opleiding X organiseert jaarlijks een alumni-event. In de marge van het event wordt een focusgroepgesprek met alumni georganiseerd om in functie van kwaliteitszorg vragen aan alumni voor te leggen.
  • Opleiding X richtte recentelijk een adviesraad op om op structurele wijze met het werkveld te overleggen. Afgestudeerden van de opleiding komen in meerdere werkvelden terecht. De adviesraad is daarom samengesteld uit vertegenwoordigers van de voornaamste sectoren die afgestudeerden tewerkstellen. De adviesraad komt minstens jaarlijks samen of frequenter bij een grote programmawijziging.
  • De inhoud van de opleiding wordt afgetoetst bij internationale vakgenoten via werkbezoeken aan Erasmuspartners en een meeting met een peer op een onderzoekscongres (zie criterium 3). 

2. De opleidingscommissie (OC) bespreekt jaarlijks de resultaten van opleidingsspecifieke bevragingen van het werkveld of andere structureel betrokken stakeholders en van centraal georganiseerde bevragingen van pas afgestudeerden en alumni. 

  • Opleiding X bespreekt op de OC de resultaten van de centraal georganiseerde alumnibevraging.

3. De opleiding voert een programmatoets uit. Daarbij spreken minstens 3 internationale onafhankelijke academische peers, met een brede blik op de opleiding, zich elk apart of in panel één keer om de zes jaar (of naar aanleiding van een grondige programmahervorming) uit over de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding. 

  • Een docent van opleiding X plant in de marge van een onderzoekscongres een overlegmoment met een docent/vertegenwoordiger van een toonaangevende en gelijkaardige internationale opleiding. Tijdens het overleg zullen de inhoudelijke componenten van de opleiding worden afgetoetst. 
  • De opleiding organiseert ook 2 werkbezoeken aan 2 Erasmus partners om de inhoudelijke component af te toetsen en om eventuele leerpunten te identificeren. De partners zullen daarbij ook enkele masterproeven van elkaar screenen op kwaliteit.

1. Elke opleiding toetst de inhoudelijke component van de opleiding – minstens de opleidingscompetenties, het opleidingsprogramma, de toetsing en het eindniveau – af bij een breed spectrum van externe stakeholders. 

  • De faculteit van opleiding Y beschikt over een actieve faculteitsbrede alumnivereniging. Via deze alumnivereniging slaagt de opleiding erin om contact te maken met alumni voor deelname aan een opleidingsspecifieke bevraging of voor deelname aan een feedbacksessie over een programmawijziging.   
  • Opleiding Y bevraagt tweejaarlijks de stagementoren die betrokken zijn bij de stages in de opleiding (zie criterium 2).
  • Opleiding Y stelde een adviesgroep van externen uit het werkveld samen. De adviesgroep bestaat uit een vijftal leden en vertegenwoordigt (samen) de voornaamste sectoren waarin afgestudeerden terechtkomen. De adviesgroep vergadert jaarlijks met de OC om de belangrijkste inhoudelijke kwesties van het komende academiejaar te bespreken. De adviesgroep geeft ook steeds feedback op voorstellen voor grote programmawijzigingen.
  • Samen met andere opleidingen van de faculteit doorloopt opleiding Y periodiek een internationale accreditatieprocedure. (zie criterium 3)

2. De opleidingscommissie (OC) bespreekt jaarlijks de resultaten van opleidingsspecifieke bevragingen van het werkveld of andere structureel betrokken stakeholders en van centraal georganiseerde bevragingen van pas afgestudeerden en alumni. 

  • Opleiding Y bespreekt op de OC de resultaten van de centraal georganiseerde alumnibevraging
  • Opleiding Y bevraagt tweejaarlijks de stagementoren die betrokken zijn bij de stages in de opleiding. Deze bevraging levert o.a. interessante informatie op over het al dan niet bereiken van de opleidingscompetenties door de studenten. 

3. De opleiding voert een programmatoets uit. Daarbij spreken minstens drie internationale onafhankelijke academische peers, met een brede blik op de opleiding, zich elk apart of in panel één keer om de zes jaar (of naar aanleiding van een grondige programmahervorming) uit over de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding. 

  • Samen met andere opleidingen van de faculteit doorloopt opleiding Y periodiek een internationale accreditatieprocedure. Tijdens de procedure gaan externe experts na in welke mate de inhoudelijke componenten van de opleiding internationaal aan de maat zijn.

1. Elke opleiding toetst de inhoudelijke component van de opleiding – minstens de opleidingscompetenties, het opleidingsprogramma, de toetsing en het eindniveau – af bij een breed spectrum van externe stakeholders. 

  • Opleiding Z organiseert jaarlijks een speeddate tussen studenten en alumni. In de marge van dit event voeren de opleidingsverantwoordelijken met een aantal alumni een focusgroepgesprek waarbij o.a. employability en vragen over de inhoud van de opleiding aan bod komen.
  • De opleiding organiseert jaarlijks een posterbeurs waarbij de masterproeven worden voorgesteld aan externen. Daarbij worden steeds vertegenwoordigers van het werkveld uitgenodigd. Voorafgaand aan de posterbeurs wordt een overlegmoment met de werkveldpartners georganiseerd. Via dit overleg houdt de opleiding de vinger aan de pols van tendensen op de arbeidsmarkt. De partners uit het werkveld geven vanuit hun perspectief feedback op de inhoud van de opleiding.  
  • Opleiding Z organiseert zelf een meeting met de opleidingsverantwoordelijken van 3 belangrijke internationale partneropleidingen. Tijdens de meeting wordt de programmatoets uitgevoerd (zie criterium 3).

2. De opleidingscommissie (OC) bespreekt jaarlijks de resultaten van opleidingsspecifieke bevragingen van het werkveld of andere structureel betrokken stakeholders en van centraal georganiseerde bevragingen van pas afgestudeerden en alumni. 

  • Opleiding Z bespreekt op de OC de resultaten van de centraal georganiseerde alumnibevraging

3. De opleiding voert een programmatoets uit. Daarbij spreken minstens 3 internationale onafhankelijke academische peers, met een brede blik op de opleiding, zich elk apart of in panel één keer om de zes jaar (of naar aanleiding van een grondige programmahervorming) uit over de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding. 

  • Opleiding Z organiseert zelf een meeting met de opleidingsverantwoordelijken van drie belangrijke internationale partneropleidingen. Tijdens de meeting wordt de programmatoets uitgevoerd: de opleidingscompetenties, het programma en de toetsing en eindniveau van de vier deelnemende opleidingen kritisch worden vergeleken. Voorafgaand aan de meeting wordt informatie over de inhoud van de opleidingen uitgewisseld. Er worden een aantal afgewerkte masterproeven van de partners beoordeeld. Tijdens de meeting worden onderlinge adviezen geformuleerd en good practices uitgewisseld. 
 

De acties rond de externe blik zichtbaar maken in de OC werkruimte (monitor)

  • Het navolgbaar of traceerbaar maken van onderwijskwaliteitszorgprocessen is een van de decretale basisvereisten. De aanpak en vooral het resultaat van de programmatoets dient traceerbaar te zijn in de OC werkruimte.
  • In de OC werkruimte kunnen rapporten, verslagen of andere documenten m.b.t. de programmatoets gemakkelijk opgeslagen worden onder "Monitor Documenten". 

Bijlage

UGent-Praktijken

Laatst aangepast 11 december 2024 16:49